Recensie

DAPA 1 en NME Junior academie

Met het op Fame gebaseerde Stars swingt de Junior Academie de pan uit, terwijl Q-ish van DAPA 1 vooral op de lachspieren werkt.

Het was even een vraag op basis van de omschrijving van de voorstelling. Zou er na Famous door DAPA 4 nu nogmaals een bewerking van Fame worden. Het antwoord laat niet lang op zich wachten en luidt bevestigend. Er blijkt zelfs een idee achter te zitten. Met het verhaal van Fame is het leuk om deze te laten spelen door zowel de mensen die hun opleiding afsluiten als de mensen die aan de vooravond van een musicalopleiding staan. Want de Junior Academie mag worden beschouwd als een eerste stap richting de daadwerkelijke opleiding tot musicalartiest.

De volgorde is misschien wat ongelukkig, door eerst de vierdejaars DAPA versie te programmeren. Het is niet meer dan logisch dat zij een betere voorstelling brengen. Aan de andere kant bestaat het publiek vooral uit vrienden en bekenden, dus zullen er ook niet veel mensen zijn die beide versies zien. En op zich mag ook deze voorstelling er zijn.

Tussen de voorstellingen zijn een hoop overeenkomsten, maar meer verschillen. Een aantal dansroutines ogen hetzelfde (en zijn ook vast ‘des Fames’). Ook hier worden klassefoto’s gebruikt om de leerjaren af te sluiten,  en is er tegen het einde een opkomst vanuit de zaal. Een voordeel heeft Stars wel ten opzichte van Famous; ook de liedteksten zijn in het Nederlands. Het maakt de emoties als publiek makkelijker te volgen, en geeft de spelers houvast bij het spel. In de cast zien we een groot aantal bekende gezichten uit de NME Kids On Tour-productie Icarus van vorig jaar, de beste Kids On Tour productie ooit, niet in de laatste plaats dankzij de cast. Dat dit geen toevalstreffer is blijkt uit Stars. Er wordt goed gespeeld, en over het algemeen lekker gezongen.

Het verhaal is aangepast aan de samenstelling van de groep. Meest in het oog springt het ontbreken van Schlomo, waardoor de meest opvallende dramatische lijn (rond Carmen) iets minder emotioneel wordt. Jammer, maar ook wel logisch dat je met drie jongens in de cast kiest voor de rollen van Nick, Tyrone en Joe. Ook zijn er voor deze jonge groep andere angels uit het stuk gehaald. Geen woord over de vermeende homoseksualiteit van Nick, de leesproblemen van Tyrone of de eetproblemen van Mabel. Het prachtige ‘Mabel’s Gebed’ wordt nu gekoppeld aan een leugen over de kledingmaat in de brief voor een auditie in Parijs.

De karakters zijn verder wel gebleven. Serena (Dominique Woerdings) is de wat verlegen actrice met een oogje op Nick (Robin de Weert), wat in deze versie wel als relatie stand houdt. Tyrone (Ricky Kooyenga) is nog steeds de gedreven streetdancer. Joe (Max Laros is de handtastelijke en overbijdehante gast met een overdosis zelfvertrouwen. Carmen (Myrthe Zonneveld) is het meisje in het strakke briefje met het rostvaste geloof dat ze het gaat maken en een drugsprobleem. Mabel (Iris Bakker) heeft het maatje meer. Ook Iris (Tessa Sterk), de getalenteerde upperclass danseres komt weer voorblij. Niet standaard zijn Sammy (Celine Rietmeyer), die deels het verhaallijntje van Schlomo overneemt (bekende vader), Gwen(Britt van Mil), die een soort Goody-vervanging lijkt en Jenny (Sanne Verhagen), waarvan de moeder denkt dat ze een religieuze opleiding volgt. Ook in deze versie zijn er drie vrouwelijke docenten: het strikte schoolhoofd Mrs Sherman (Myrthe Zonneveld), de emotionele Mrs Bell(Carmen van Asperen) en de sehr Deutsche Mrs Sheinkopf (Noa Zimmerman).

De opening vestigt de aandacht op de facetten van de opleiding waar het in Fame om draait. Door gebruik van viool en gitaar en overduidelijke dans- en acteerwerk is duidelijk dat het hier om audities voor een brede podiumopleiding gaat. De opening is verder energiek. Grappig is de overschakeling erna naar een oefening van een scene uit Romeo & Julia, waar je even het idee krijgt dat ze echt ruzie aan het maken zijn. De dans en de liedjes krijgen erna alle ruimte. Ricky Kooyenga laat als Tyrone eerst een salto zien, en maakt meermaals de sprong die de Fame-poster zo herkenbaar maakt. Max Laros heeft na de titelrol in Icarus weer de rol van gevatte jongen, en is de gàªne voorbij tijdens zijn uitstekende vertolking van “Dus kijk nooit naar mij” (You can’t keep it down). Vocaal valt Iris Bakker als Mabel op met een knallende, maar veel te korte versie van Mabel’s gebed, dat van het publiek een open doekje krijgt.

Hoewel het verhaal wel wat te lijden heeft onder de aanpassingen (de meest vreemde is dat Carmen geld leent van Mercedes, gezien de draai die het verhaal erna krijgt), is toch een aangename voorstelling overgebleven. De groepsdansen zien er strak en verzorgd uit, de groepszang is prettig om te horen. Solozang is veelal goed en zuiver, en daar waar dit niet zo is dermate breekbaar dat het toch weer goed voelt. We mogen hopen dat veel van deze de stap naar een musicalopleiding, en het ongewisse bestaan wat daarop volgt, durven nemen.

>>>>Q-ish

05 July 2014
Première
Deh Haag
Koorenhuis
http://www.musicalopleiding.nl
DAPA, avenue q, fame, stars, q-ish,

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen