Recensie

Gluren door de bomen

Gluren [b]door de bomen[/b] van een bos vol vreemde bewoners en bizarre ontmoetingen. Bewoners, die gespeeld worden door de 2e jaars van de [b]Frank Sanders' Akademie[/b].

Een eigenaardige voorstelling. Dat is de eerste gedachte bij het zien van de eindvoorstelling van de tweedejaars studenten van de Frank Sanders’ Akademie voor Musicaltheater. Absurd, typisch, vreemd. Maar zo vreemd is dat ook weer niet als ‘Door de bomen’ gebaseerd blijkt te zijn op stukken van Alex van Warmerdam. “Welkom in het bos” is gemixt met “Het Noorderkwartier”. Het levert een verrassend homogeen geheel op, waarbij van de meeste personages niet meteen duidelijk is uit welk verhaal ze oorspronkelijk komen.
Twee vrouwen, Dora en Fanny, lopen door het bos. Dora is gevlucht voor haar man, en Fanny is er voor morele ondersteuning. Dora is een wat bekakt type, terwijl Fanny een meer ordinaire uitstraling heeft. Die karakters worden versterkt door de kleding. In het bos komen ze nogal vreemde figuren tegen, en verreweg de meeste gesprekken hebben lust-elementen in zich. Zo is er de faun, die Fanny probeert te verleiden, en een elf (gespeeld door een meisje, maar waarover als hij wordt gesproken) die bij een hulpvraag aan Dora de vleugels kwijtraakt en sterft. Martin, een wel heel vreemd figuur, die als er aangebeld wordt een mannelijke partner speelt, en ook maar op 1 ding uit blijkt te zijn. Maar dat geldt zelfs voor de priester, die een mis naar ter herdenking van een Mariaverschijning houdt. De beide vrouwen blijken behoorlijk egocentrisch en weinig begrip te hebben voor anderen. Niet alleen de dood van de elf duidt hierop, maar ook de manier waarop een boerinnetje, die één hapje toestaat uit een maaltijd voor haar man, die haar slaat, van haar pan wordt beroofd, of uit het gesprek tussen Fanny en haar dochter.
Tegelijkertijd leeft in een huis in het bos ook Faas. Hij is 21, maar wordt kort gehouden door de ouders. Hij mag niet naar buiten, niet lezen, eigenlijk alleen maar door het raam naar buiten kijken. Maar ondanks dat hij gedwee overkomt, wil hij toch meer. Naar buiten, schilderen, en als hij bij toeval een boek weet te bemachtigen, lezen. Meest bizarre moment is als hij met de schilderes heeft afgesproken, en hij tot haar verbazing niet 1 maar drie koffers bij zich heeft. Dan pas wordt duidelijk dat de ouders altijd mee gaan; een beeld dat Faas als normaal beschouwt. Iemand alleen, dan zijn kennelijk de ouders dood. Een kabouter die de inhoud van het boek kent, een jager. Ze passen prima in de wondere wereld van het bos. En langzaam verstrengelen zich beide verhalen, tot een echt gezamenlijke ontknoping.
Net als de andere voorstellingen is ook deze weer voorzien van bestaande songs, voornamelijk uit musicals. De opening met ‘Kiss of the Spiderwoman’, sleept je in het verhaal, en weet de mysterieuze sfeer goed te versterken. Het wordt ook sterk ingezet door Marije Konings, die ook nog de schilderes speelt. Nienke Strik is als Dora een echte upperclass vrouw, met bijbehorende motoriek en spraak, terwijl Tessa Wowor wat primitievere gedachten heeft. De gesprekken tussen beiden zijn overtuigend, net als de ruzies. Ondanks dat de personages weinig sympathie weten op te wekken, wil je toch graag weten hoe het met ze verder gaat.
Vreemd is een understatement als je naar de gezinssituatie bij Faas thuis kijkt. Tobias van Harmelen is een ontwapenende jongen, die je uiteraard nog niet de leeftijd 21 jaar geeft die hij speelt. Zo meelevend met deze jongen, onderdrukt door de ouders, maakt van hen toch een beetje slechteriken. Vader Kloos kan zowel redelijk als bruut uit de hoek komen. David van den Tempel speelt deze man op een manier die me een beetje aan Martin van Waardenberg doet denken, ook een meester in het absurde genre en vreemde types. Moeder Martha lijkt ook wel overtuigd van de gesloten opvoeding van Faas, al gaat ze daarin wat minder streng. Ze heeft eigenlijk weinig in te brengen, wat Lotte Haen allemaal overtuigend weet te spelen. Coen Vink,en Liza van Zeijderveld zijn als jager en kabouter de bijfiguren in hun verhaal.
De vreemde bijfiguren hebben allemaal zo hun momenten, die veelal wel weten te overtuigen. Esther Lindenbergh die als boerinnetje wordt overvallen door Fanny, bezwijkt onder haar druk is geloofwaardig, en je voelt als het ware de slaag die zij waarschijnlijk kan verwachten. Bastiaan de Haan is als faun een mooie poging tot gladde jongen, die bij afwijzing op zijn pik getrapt is, en eigenlijk ook helemaal geen faun!? De elf met de hulpvraag (Kristel Termorshuizen) weet haar verrassend lot met gepaste schrik en drama te spelen. Korte optredens in hun rol hebben Eva Jonker als Josje, het dochtertje van Fanny. Als zij om haar moeder als (verzorgende) moeder vraagt zou je zelf geen nee durven zeggen, Edward, voor wie Dora op de vlucht is als roep om aandacht, wordt gespeeld door Rob Bakker. Dat dit bij hem niet echt werkt is zeker snel duidelijk. Mitch Blaauw is voor bezoekers aan Frank Sanders’ Akademie voorstellingen een bekend gezicht. Hij is er vaak bij, in organisatorische taken of in het publiek. Als misdienaar is hij onmiddellijk herkenbaar, en zou je zijn gebrek aan liefde onmiddellijk willen beantwoorden met een aai over de bol, die dan wel zijn extreme kuif zou vernietigen. Verrassender des te meer is dat ik hem in eerste instantie niet had herkend als de wel heel erg enge man Martin.
De keuze van de songs is buitengewoon effectief. Soms liggen de inhoud dicht bij het origineel, dan weer niet. Naast het eerder genoemde Kiss of the spiderwoman komt bijvoorbeeld ook de kleuren uit Joseph terug (uiteraard in de schilders context). Verder meen ik een eigen arrangement van Just a gigolo te herkennen, en natuurlijk wordt de Maria-mis voorzien van muziek uit Sister Act. Toch leidt het mij ook wat af. Ik ga zitten zoeken naar welk nummer iets ook alweer was, en dan zit je niet meer helemaal met de gedachten bij de voorstelling. Het gebruik hier van een nummer uit “Ganesha/Een Perfecte God” doet in die zin ook wel weer terugverlangen naar de tijd dat er bij voorstellingen van de academie ook eigen muziek werd gecomponeerd.
De Doelenzaal heeft voor een zaal van dat formaat een erg diep podium, waar goed gebruik van wordt gemaakt. Zo zien we aan het begin tijdens de focus op de voorgrond ook het Faas-gezin op de achtergrond. De bomen van krantenpapier zijn op zich misschien niet zo heel erg mooi, een aantal samen vormt wel een mooi beeld als podium. De deuren worden in overvloed gebruikt, wat aan het einde wel wat verveelt.
Af en toe zijn er herkenbare beelden. Zo zien we in een nummer de hele cast liggend op de buik in een rij, handen onder de kin en bewegende benen. Of wordt het moment dat Faas iets krijgt van zijn ouders, maar er wel voor moet springen, als ware het Broadway uitvergroot tot een ensemble-lummel met cadeautjes nummer. De soms platte teksten van van Warmerdam leiden soms ook tot vrij platte podiumbeelden, zeker als het om seks gaat.
Door de bomen,- de titel wordt gebruikt in het afsluitende nummer — is een niet alledaagse musical geworden, die vooral geschikt is voor de liefhebbers van absurdistisch theater/ De cast kan het geleerde veelal goed in de praktijk brengen, en blijkt sinds vorig jaar ook zeker gegroeid. Natuurlijk is nog niet iedereen een ras acteur, en wij zagen ook nog eens de eerste voorstelling voor vreemd publiek. Een bijzondere voorstelling, dus ben je in de buurt, of kun je er makkelijk komen, ga gerust eens kijken.

Resterende speeldata:
vrijdag 6 juni 2014, 20:00 uur
zaterdag 7 juni 2014, 20:00 uur
zondag 8 juni 2014, 15:00 uur

Doelenzaal, Amsterdam

Reserveren: .(JavaScript must be enabled to view this email address)

05 June 2014
Première
Amsterdam
Doelenzaal
http://www.franksandersakademie.nl/voorstellingen.html
2e jaars, frank sanders akademie, mtich blaauw, marije konings, tessa wowor, david van den tempel

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen