Romeo + Julia – TSF ⭐ ⭐ ⭐ ⭐

Met The Singing Factory is er gelukkig nog steeds een plek waar jonge acteurs kunnen stralen in musicals. De bewerking van het Romeo & Julia-verhaal geeft hen alle gelegenheid te stralen. Zang is als vanouds dik in orde, en vooral de choreografie is ditmaal zeer indrukwekkend.

Het verhaal van Romeo en Julia is een klassieker, en er zullen maar weinig verhalen zijn waarvan zo veel bewerkingen zijn gemaakt. Ook musicalbewerkingen, al worden die vooral buiten Shakespeare’s Engeland gemaakt. Zelfs het meest recente succes &Juliet (overigens niet een bewerking van het verhaal, maar een hoe zou het verder gaan als Juliet overleeft) heeft een Canadese schrijver en met Max Martin een Zweedse componist (het is een jukebox musical). In Berlijn was kort geleden een bewerking te zien van het verhaal; de bekende Italiaanse componist Riccardo Cocciante maakte er één, en naast de wereldberoemde West Side Story is bij ons en vooral in Vlaanderen de versie van Gérard Presgurvic bekend. Het De Koningen uit die musical was destijds niet uit de charts weg te slaan. Dat Musicalworld er destijds een forummeeting had toont wel aan dat dit inmiddels wel flink wat jaren terug is en dat de tijd rijp is voor een nieuwe (al kan Frankrijk niet genoeg krijgen van die laatste). The Singing Factory waagt zich eraan, met een script van Wanne Synnave en muziek van Helmer Kant. Voor de ene een grotere uitdagen die Franse versie naar de kroon te stoten dan de andere: “Tybalt, Tybalt, jij vuile kloot, Tybal, Tybalt, jij moet nu dood” is een van de erbarmelijke teksten die we in het Nederlands destijds te horen kregen, terwijl nummers als “De koningen” maar ook de balmuziek uit het Franse stuk in mijn favoriete playlist staan.

Plaats van handeling is Nieuw Verona, en bij binnenkomst valt het dystopische van deze plek: grafitti, steigerdelen, hekken. Opvallend ook is dat de tribunes aan weerszijde van het podium staan, dat dus nu in het midden van de zaal staat. De voorstelling start met kracht en agressie: stampen, klappen, rap. Het is al snel duidelijk dat deze bewerking dichter bij West Side Story ligt dan bij het bronmateriaal, door het bendegevoel en het verlaten metrostation dat een belangrijke rol speelt (Nieuw Verona is dan toch meer New York dan Verona). De twee ‘families’, die tegenover elkaar staan, krijgen al snel kleur.

De Montagues, in jeans, zijn de onderliggende klasse, en hebben de sympathie. Hun grootste agressor Mercutio, krijgt wat achtergrond en daardoor veel meer sympathie dan Tybalt, die van de Capulets, waarover zelfs de eigen familie weinig goeds te zeggen heeft. Die familie wordt uitgebeeld als een grote maffiose bende, die ook het gezag van de stad in de zak heeft. Als Mercutio voorstelt om een feest van de Capulets te verstoren, voelt dit vooral als baldadigheid. Niet iets waar Romeo, de dromende dichter van de familie zich mee zou bezighouden, maar eenmaal mee ontmoet hij daar Julia, precies de dochter van de maffiabaas. Er is een duidelijke klik, die Romeo doet besluiten op een later moment op zoek te gaan, en haar op haar dak weer ontmoet. Als ze betrapt worden door Tybalt raakt het verhaal in een bloederige stroomversnelling. Het leidt tot een prachtige slotscène van de eerste akte, in de regen.



De tweede akte is vervolgens een stuk grimmiger en laat de plot van Shakespeare flink los. Machtsmisbruik en marteling benemen je de adem. Er is een behoorlijke deus-ex-machine karakterverandering bij een van de belangrijke personages en de slotscène is wel erg kitscherig. Spannend is het zeker ook, al moet ik zeggen dat de originele plot wel beter in elkaar zat.

Het is geen woord, maar deze voorstelling voelt choreografischer aan dan al het eerdere TSF materiaal. Door de strakke dans, en zeker ook de geënsceneerde gevechten. Choreograaf Gregory Langen heeft puik werk afgeleverd. Over samenzang hoeven we het eigenlijk niet meer te hebben: die was altijd goed, is altijd goed, en dat zal hier hopelijk ook altijd zo blijven. Een podium in het midden biedt wel de nodige uitdagingen bij decorwissels, maar die worden goed opgevangen. Nergens voelt het alsof het de voorstelling vertraagd. Er zijn een paar puike stukken staging te zien, met name in het begin als we Romeo in zijn kamer en Julia in de hare tegelijk op het podium zien. Slechts een venster scheidt hen, en waar het publiek natuurlijk al weet dat ze samen zullen komen, zijn ze nog onwetend van elkaars bestaan.

De cast is wederom sterk. Robin de Bont is mooi als Julia, terwijl Lucas Gerlof van Romeo een ‘likable’ personage maakt, ondanks de wat gladde praatjes (en dat is niet evident bij iemand die &Juliet meermaals heeft gezien.) Een hoge gunfactor is er ook voor Daniela (Veerle van Ransbeeck) en Lavinia (Joke de Vos), die allebei het beste willen voor de jongeren waar ze verantwoordelijk voor zijn.  Erik Goyvaerts’ Vittorio is een nietsontziende schurk, terwijl Regina, baas van de stad, juist in de tweede akte meer kleur krijgt, mede dankzij een schitterend solonummer. Scout Di Boo is als Tybalt sterk: een gevaarlijk alfa-mannetje, terwijl Jasper Cardinaels een mooie vertolking van Mercutio neerzet. Ondersteunende rollen worden eveneens goed gespeeld, en daar waar er vocaal soms wat minder wordt gepresteerd, wordt dit goedgemaakt met sterk spel.

Romeo & Julia maakt dus vooral indruk door een sterke staging en een heerlijke cast. Het songmateriaal ondersteunt de voorstelling goed, en het verhaal is genoeg afwijkend van het bronmateriaal om te kunnen verrassen. Vooral de eerste akte loopt als een trein, met een fantastisch slot. Dat de hele pauze nodig is om het podium droog te dweilen is het zeker waard. Vanuit Nederland is Antwerpen een hel van een locatie, maar voor een voorstelling van The Singing Factory neem ik graag de moeite. De terugreis was ik wederom blij dat ik de reis had ondernomen (en eveneens blij dat deze een stuk korter duurde).

De voorstelling is nog tot en met 23 november te zien in het Zuiderpershuis in Antwerpen.

Scènefotos: The Singing Factory
Slotapplausfotos hieronder: Musicalworld.nl

 

07 November 2025
Reguliere voorstelling
Antwerpen (BE)
Zuiderpershuis
https://www.singingfactory.be/

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen