Recensie

Spamalot lekker anders

Monty Python's Spamalot is musical waar smakelijk kan worden gelachen: om typische Python humor, maar ook om de grappige Vlaamse verwijzingen die Stany Cretz erbij heeft geschreven.

‘Monty Python and the Holy Grail’ is zeker in de race voor de film met het meest bizarre einde, maar voordat het slot is bereikt heeft de toeschouwer flink wat bizarre situaties, vreemde personages, absurde visuele- en woordgrappen en grappige anachronismen over zich uitgestort gekregen.  Spamalot, de musical-bewerking van deze film, heeft een ander einde, maar ook bij deze theaterversie is daar een bombardement aan geestigheden aan vooraf gegaan. Opvallende gimmick is dat vrijwel alle dubbelrollen (of drie- of vierdubbel) in de film ook in deze toneelversie door dezelfde acteur gespeeld worden. Zo speelt bijvoorbeeld Walter Baele de rollen van John Cleese: Lancelot, Ridder van Ni, Tim de tovenaar en de Franse wachter.

Spamalot is een overduidelijke parodie op de koning Arthur sage, maar dient tevens als kapstok voor absurditeiten die ver van het oorspronkelijke verhaal staan. De inleiding is daarvoor typisch. Een geschiedkundige vertelt over de situatie van Engeland ten tijde van Arthur (er schijnt nogal de pest geheerst te hebben), sluit zijn betoog af met ‘For this is England’,  waarop een groot shownummer over Finland volgt (Fisch Schlap lied), vol Finse folklore en het slaan met vissen. Wat een woord verkeerd verstaan niet kan aanrichten. Eenmaal terug in Engeland zien we Arthur op zoek naar ridders, waarbij hij ook kennis maakt met lokale bestuurssystemen die niets moeten hebben een man die zijn macht ontleedt aan een of andere vrouw die met een zwaard uit het water is opgedoken, maar wel sir Galahad aan deze ontmoeting overhoudt. De stoere dappere Lancelot, en de wat minder stoere Robin sluiten zich ook aan. Vanuit de hemel krijgt hij zijn queeste, het zoeken van de heilige graal. De zoektocht zorgt voor een aantal bizarre avonturen, waarbij Arthur en de ridders ook wat over zichzelf leren.

Spamalot begon verrassend genoeg in Amerika, waar het een groot succes was op Broadway (o.a. Tony voor Beste Musical). Monty Python-lid Eric Idle was een van de initiatiefnemers, dus dat de sfeer van de films en televisieprogramma’s behouden zou worden was ermee wel min of meer gegarandeerd. Dat het zo’n groot succes zou worden niet. En zo kwam het dat de show steeds dichterbij kwam. Nadat vijf jaar geleden Londen aan de beurt was en vorig jaar Keulen, is het nu Antwerpen die koning Arthur en zijn ridders mag verwelkomen.
Het bewerken van het script is echter niet gemakkelijk; visuele grappen zijn natuurlijk vrijwel altijd één op één over te nemen, maar om de teksten in het Nederlands dezelfde inhoud te geven is een enorme uitdaging. Dat blijkt ook wel uit de theatervoorstelling rond Monty Python die een paar seizoenen geleden in Nederland te zien was, en waar de plank stevig werd misgeslagen. Spamalot slaagt echter met vlag en wimpel. De bewerking van Stany Cretz is er één om door een ringetje te halen. Veel knappe Nederlandse tekstuele vondsten en slechts nu en dan worden de oorspronkelijke Engelstalige grappen bewaard. Parodie is er te over, maar met name de Phantom of the Opera- scène moet de musicalliefhebber aanspreken.
Ook is de plaats van handeling mooi van Broadway verplaatst naar de Stadsschouwburcht van Antwerpen, en worden er enkele rake grappen over België gemaakt. Ook over het theater in dit land, dat niet kan bestaan zonder subsidie en… de sterren van TV.

06 March 2011
Première
Antwerpen (B)
Stadsschouwburg Antwerpen
http://www.spamalot.be
spamalot, monty python, eric idle, recensie, musical, koen van impe, musical van vlaanderen, stany cretz, jan van looveren, walter baele, jonas van geel, dieter verhaegen, nordin de moor, ann van den broeck

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen