Musicalreport

The Producers on Broadway

The Producers, met het dream team duo Nathan Lane en Matthew Broderick, verheft platte humor tot kunst.

Deze Mel Brooks musical is een fenomeen op Broadway, tenminste als Nathan Lane en Matthew Broderick er in staan. Dit was in 2004 voor een paar weken weer het geval. Het was dus ongelofelijk moeilijk om kaartjes te bemachtigen. Er waren alleen nog maar enkele dagkaarten verkrijgbaar die ‘s ochtends in de verkoop gingen. Wie het eerst komt die het eerst haalt. Twee keer viste ik achter het net. De derde keer ben ik om zeven uur ‘s ochtends in de kou in de rij gaan staan. Ik was niet eens eerste, maar dit keer lukte het (na twee uur bibberen) wel om kaartjes te krijgen. Het resultaat mocht er ook wezen, want ze waren voor de eerste rij. Als de show nu maar niet tegenviel… Dit was gelukkig niet het geval, dankzij het komische dream team Lane en Broderick lag ik constant in een deuk.

Het stuk gaat over een Broadway producer, Max Bialystock (Lane), die de ene flop na de andere produceert. Tijdens een onverwacht bezoek van zijn accountant, Leo Bloom (Broderick), maakt deze de opmerking dat Max via de verzekering meer zou kunnen verdienen met een flop dan een hit. Max ziet dit als een perfect plan en maakt Leo, tegen zijn zin in, tot zijn partner in crime. Samen gaat dit duo op zoek naar de slechtste musical allertijden en stuit op Springtime for Hitler, een musical dat het leven van de fuhrer ophemelt. Om de financiering rond te krijgen licht Max zowel oude dametjes op, die hij voorziet van seksuele diensten in ruil voor hun investering, als de verzekering. Tot Max en Leo’s verbazing en afschuw wordt Springtime for Hitler echter een hit op Broadway en verkeren ze in grote problemen.

Het slim gestructureerde en politiek incorrecte script, gebaseerd op het met een Oscar bekroonde filmscenario van Brooks, is geschreven door Thomas Meehan (Annie) en Brooks zelf. Het zit bomvol platte grappen en geen enkele stereotyp wordt met rust gelaten. Voor The Producers had Brooks nog nooit nummers voor een musical geschreven, maar wel voor zijn films. Zo werd de titelsong voor zijn film Blazing Saddles in 1975 genomineerd voor een Oscar. De nummers zijn geen muzikale hoogstandjes, maar wel ontzettend grappig. Ze worden vooral door de platte humor gedreven en uitzonderlijk gebracht door een zeer getalenteerde cast. Ik vermoed wel dat zonder de expertise van arrangeur Doug Besterman de nummers veel eentoniger zouden klinken dan ze nu doen.
Brooks heeft intronummers gecreerd voor zijn twee hoofdrollen, die perfect uit de doeken doen wij ze zijn en waar ze op uit zijn. Lane brengt “The King of Broadway” en Broderick “I Wanna Be a Producer”, beide nummers zijn schoolvoorbeelden van karakterexpositie d.m.v. een nummer in een musical.

Lane (The Bird Cage) is fenomenaal als Bialystock. Hij is luid, vulgair en sluw. De rol is hem op het lijf geschreven en hij heeft er terecht een Tony Award voor gewonnen. Vanaf de eerste rij kon ik elk zweetdruppel en spuug douche van Lane volgen. Zijn komische timing en onuitputtende energie zijn indrukwekkend en onnavolgbaar. Dit is een probleem voor de productie, want Lane blijkt niet te vervangen te zijn. Al zijn opvolgers lieten het publiek en critici met een wat onbevredigend gevoel achter. Lane laat in zijn grote finalenummer “Betrayed” alle hoeken van het theater zien en laat ze ademloos achter. In iets korter dan vijf minuten vat hij, in de gevangenis, de hele musical samen en passeren diverse melodieen van de avond de revue. “Betrayed” is een echte showstopper.

Broderick (mijn tiener held uit de film Ferris Bueller’s Day Off) is de absolute tegenhanger van Lane. Hij speelt de uber-sukkel op een absoluut innemende manier. Ook blijkt hij een goeie musical comedy zanger en een lichtvoetige danser te zijn. Zijn fysieke komedie met zijn veiligheidszakdoek is meesterlijk.

Lane en Broderick vullen elkaar goed aan en zijn samen een perfecte eenheid die de musical de stratosfeer in laat gaan. Dit superduo wordt bijgestaan door een hilarisch ensemble. Angie Schworer speelt de blonde Zweedse bimbo van een secretaresse, Ulla, die tussen Max en Leo komt. Haar solo “When You Got It, Flaunt It” zegt alles over haar personage. Gary Beach won een Tony Award voor zijn interpretatie van Roger DeBris, de slechtste regisseur aller tijden. Hij komt als travestiet op, gekleed als de Statue of Liberty, om zijn levensfilosofie “Keep It Gay” te zingen. Roger Bart speelt zijn verwijfde en neurotische assistent Carmen Ghia en John Treacy Egan is Franz Liebkind, de Hitler-vererende schrijver van Springtime for Hitler.

Susan Stroman heeft als choreografe al een enorme staat van dienst op Broadway. Ze won o.a. al Tony Awards voor haar innovatieve werk voor Crazy For You, Show Boat, Oklahoma! en Contact. Voor The Producers nam ze ook de regie op zich en dit heeft ze fantastisch gedaan. Ze is nu de ongekroonde koningin van Broadway. Haar productie zit vol met knipogen en verwijzingen naar andere musicals. Met de finale van het eerste bedrijf, “Along Came Bialy”, pakt ze helemaal uit en creeert ze een ode aan Follies (de Harold Prince-Stephen Sondheim productie), waarin de oude dametjes een ballet met hun rollators uitvoeren. Ze weten er zelfs mee te tappen. Het absolute hoogtepunt van de show is echter natuurlijk de mini-musical in de musical Springtime for Hitler, met Roger DeBris als een nichterige Hitler.

De foute kostuums (William Ivey Long), inventieve vormgeving (Robin Wagner) en mooi lichtontwerp (Peter Kaczorowski) maken deze carnaval van de slechte smaak helemaal af. Dit is de top van Broadway professionalisme.

The Producers tilt platte humor naar een hoger niveau en won daarvoor 11 Tony Awards, een record. Toch lijkt het me zonder de chemie en talenten van Lane en Broderick niet meer dan een aanschakeling van platheid. Lane en Broderick weten dit te ontstijgen en te verheven tot kunst.

30 March 2004
Reguliere voorstelling
New York
St. James Theatre

Nathan Lane, Matthew Broderick, Angie Shworer, Gary Beach, Roger Bart, John Treacy Eagan, Mel Brooks