‘Als op het Leidseplein’, ‘De Kleine Man’, ‘Naar de Bollen’, ‘Scheveningse Zee’, ‘Ja dat is Revue’.
Allemaal nummers die de jongere generatie theatergangers wellicht weinig zeggen. Toch trokken grootheden als Wim Sonneveld, Louis Davids, Heintje Davids en Snip en Snap halverwege de vorige eeuw volle zalen met deze liedjes. De man achter deze succesvolle nummers was tekstschrijver Jaques van Tol.
In theaterseizoen 2005-2006 komt V&V Entertainment met een geheel nieuwe productie over deze man die zorgde voor glorietijden van het Nederlandse Cabaret.
Albert Verlinde: “Ik ben er trots op te kunnen zeggen dat dit een van de 4 nieuw geschreven producties voor V&V Entertainment is die het komend seizoen in het theater te zien zal zijn. We zijn al 3 jaar met deze musical bezig en het idee komt oorspronkelijk van Koen van Dijk en Dick van den Heuvel.
Het risico met een nieuwe productie is dat je niet kunt adverteren met het aantal bezoekers dat de voorstelling bijvoorbeeld op Broadway of West End getrokken heeft. De titel en de spelers zijn daarom erg belangrijk, vandaar dat we gekozen hebben voor ‘Als op het Leidseplein’ omdat iedereen dat kent. Ook was Jos Brink voor ons 1e keus voor de rol van Jaques van Tol, en we zijn erg blij dat hij het wil doen”
Hoe het idee voor een hommage aan Jaques van Tol ontstaan is verteld Koen van Dijk: “Als student moest ik op school een werkstuk maken en dat deed ik over Louis Davids. Telkens kwam de naam Jaques van Tol voor in mijn onderzoeken. Ik was erg geï®´rigeerd wie hij was en waarom niemand wist dat hij die nummers geschreven had. Toen het idee voor een musical wat meer vorm begon te krijgen heb ik meteen contact gezocht met Dick van den Heuvel. Mijn ingang is heel erg cabaret en musical, zijn ingang is de affiniteit met het onderwerp ‘de Tweede Wereldoorlog’. Een goede combinatie dus. We hadden meteen zin om niet een biografisch stuk te maken, geen droge opsomming van feiten. Waar het ons om gaat is dat die man een ongelofelijk mooi repertoire aan nummers heeft geschreven en die nummers laten werken. In 2e instantie kijken we onder wat voor omstandigheden die nummers tot stand zijn gekomen, wat het verhaal achter de nummers is”.
Aan repertoire geen gebrek voor deze musical, maar Koen en Dick waren kritisch over welke nummers er wel of niet in de voorstelling moesten komen. Koen: “We hebben 2 soorten nummers. Aan de ene kant gebruiken we de bekendste nummers omdat ik de mensen wil laten weten dat die beroemde nummers door Jaques van Tol geschreven zijn. Maar aan de andere kant zijn er ook een aantal nummers die zo’n grote dramatische lading hebben als je weet wat het verhaal erachter is, dat die ook in de voorstelling horen. Een voorbeeld hiervan is het nummer ‘Ome Thijs’ van Wim Sonneveld. Sonneveld beweerd dat hij het nummer zelf geschreven heeft, maar dat is dus niet zo, van Tol heeft dat gedaan, maar Sonneveld heeft dat altijd glashard ontkend”.
Dick van Heuvel vult aan: “Eigenlijk gaat het in deze voorstelling om het oeuvre als 1 grote lijn en niet om de specifieke nummers. Het gaat om die duizenden liedjes waar mensen beroemd mee zijn geworden, waar mensen hoop door hebben gekregen, waar mensen om gelachen hebben en die voor mensen een belangrijke periode in hun leven kenmerken”.
De regie voor ‘Als op het Leidseplein’ is in handen van Eddie Habbema. Voor hem wordt het de eerste keer dat hij met V&V Entertainment gaat samenwerken. Habbema is al zo’n half jaar betrokken bij het schrijven van het script. “Ik ben vooral bezig met dingen aan te scherpen bijvoorbeeld bepaalde thematiek sterker naar voren halen, een evenwicht tussen Jaques en Willemien (gespeeld door Trudy Labij) creë²¥n en de juiste dosering van de nummers. Daarnaast ben ik ook op zoek gegaan naar het beste finale nummer dat weergeeft hoe hij ervoor stond. Uiteindelijk is dat ‘Haal het doek maar op’ van Wim Sonneveld geworden.
