Perspresentatie

Als op het Leidseplein

Als op het Leidseplein', 'De Kleine Man', 'Naar de Bollen', 'Scheveningse Zee', 'Ja dat is Revue'. De man achter deze succesvolle nummers was tekstschrijver Jaques van Tol. In theaterseizoen 2005-2006 komt V&V Entertainment met een geheel nieuwe productie over deze man die zorgde voor glorietijden van het Nederlandse Cabaret.

Habbema heeft ervoor gekozen om de musical te verdelen in 3 fasen: “Fase 1 is voor de oorlog. Dat zijn echt zijn gouden jaren geweest. Hij had enorm veel succes en soms liepen er wel 3 revue’s naast elkaar in Amsterdam. Hij schreef onder andere voor Louis en Heintje Davids, René “leeswijk en heeft de Snip en Snap revue verzonnen. Hij was een veel gevraagd schrijver en kon het naar mijn mening ook het beste van allemaal. Hij verdiende goed geld, maar was de rechten van de liedjes steeds kwijt omdat hij zijn liedjes en de rechten verkocht. Mensen betaalden eenmalig voor een liedje, zo ging dat in die tijd.
Fase 2 zijn de oorlogsjaren. Hij bleef doorschrijven en schreef prachtige nummers zoals ‘Als op het Leidseplein’ en ‘Op de Grebbeberg’. Hij wist als geen ander het gevoel van het volk te beschrijven. Maar hij schreef ook een NSB cabaret voor de radio en daar ging hij de fout in. Hij schreef Keuvel en Klessebes, de NSB versie van Snip en Snap. Ook was hij lid van de NSB, dit omdat hij zo via de cultuurkamer van de NSB kon blijven schrijven en vanwege zijn onvrede met de maatschappij zoals die was met de verloedering en werkloosheid. 
Fase 3 is na de oorlog. Ondanks dat hij gevangen werd genomen en moest boeten voor het aansluiten bij de NSB, bleef hij , onder een pseudoniem, doorschrijven. Heintje Davids en René “leeswijk kwamen bijvoorbeeld bij hem in de gevangenis omdat ze teksten nodig hadden. Ook na zijn vrijlating moest hij onder pseudoniemen doorschrijven omdat niemand met hem geascocieerd wilde worden. Het werd in die tijd ook altijd ontkend als mensen beweerden dat de teksten van Jaques van Tol waren. Het feit dat hij zich na de oorlog altijd heeft moeten ‘verstoppen’ is dus een wrang element in de voorstelling”.

Aan Jos Brink de taak om in de huid te kruipen van Jaques van Tol. “Het voordeel van van Tol is dat men wel zijn werk kent, maar niet weten dat het van hem is. Er is zelfs een nummer waarvan ik niet eens wist dat het van van Tol was, namelijk ‘Haal het doek maar op’ van Wim Sonneveld. En ik heb het nog wel in mijn brandkast liggen, handgeschreven door Wim zelf, en ik heb ook altijd gedacht dat het van Wim was. Het mooie is dat van Tol een groot performer was in zijn hoofd. Hij wist heel goed hoe een nummers moest klinken en uitgevoerd worden. Met dat zeker weten van ‘zo moet het anders werkt het niet’ krijg ik de gelegenheid voor interactie met de zaal en dat is voor mij heerlijk”.
Naast Jos Brink zullen we ook Trudy Labij, Jan Elbertse, Irene Kuiper, Han Oldings en Barend van Zon op het podium zien, maar toch staat Jos Brink in feite alleen op het podium. “De mensen om me heen zijn de schimmen in mijn hoofd die ik oproep op de laatste avond voor mijn dood. Via Willemijn, waarvan ik denk dat ze voor Buma Stemra werkt, reken ik als het waren af met mezelf om in het reine te komen. Ik ga na wat ik goed en fout heb gedaan, waarom ik toen die keuzes heb gemaakt en of ik ze opnieuw zou maken”.

Volgens Habbema moet dat ook de eindvraag in deze musical gaan worden; wat is het geweest wat ik gemaakt heb, was het de moeite waard en was het geen illusie. Maar bovenal hoopt hij dat het publiek zal genieten van het heerlijke materiaal, want dat ‘een van ons’ gevoel wat in vele liedjes terugkomt, is een gevoel wat deze musical moet gaan uitdragen.

Als op het Leidseplein is vanaf november in het theater te zien.

N.v.t.
Amsterdam
NH Hotel
Officiële website

leidseplein, albert verlinde, jos brink, louis davids, wim sonneveld