Recensie

Rapunzel, te veel, te lang ⭐ ⭐ ⭐

Twee geweldige hoofdrollen redden nog net de nieuwste sprookjesvoorstelling van Deep Bridge. Bigger en bolder volgens de promotie, maar vooral te lang van stof, waarbij elk ‘leuke idee’ in de voorstelling belandde. “Schrijven is schrappen” lijkt volledig te zijn genegeerd.

Het leek net zo goed te gaan met de eigen sprookjesvoorstellingen van Deep Bridge. Een voorstelling maken voor jong en oud is zo simpel nog niet, zeker niet als je wilt vasthouden aan de klassieke lengte, maar met bijvoorbeeld ‘Robin Hood & Ik’ en ‘Sneeuwwitje’ werd bewezen dat ze het konden. Met ‘Rapunzel’ moest er kennelijk nog een tandje bij. De cast is nog groter, met veel bekende namen, die allemaal hun momenten moesten krijgen. Het resultaat is een voorstelling, waar gemakkelijk een uur uit geschrapt kan worden. Het zou de fraaie rode draad die de voorstelling heeft veel meer tot zijn recht laten komen. Want de boodschap dat ware liefde niet de vorm van een klassiek sprookjespaar hoeft te hebben is zeker de moeite waard.

Maar laten we beginnen met de kennis van de vergeten groente, die je als musicalliefhebber in de loop der tijd vergaart. Met de Efteling als basis: “Rapunzel is een soort veldsla” leerden we eerder dit seizoen bij Theater Terra dat het gewas klokjes heeft. Van Deep Bridge leren we dat het gewas ook rapen heeft die eetbaar zijn.
Deze rapen blijken in deze voorstelling zeer geschikt als (levende, pratende en zingende) hulpjes van de heks uit het verhaal. De inspiratie voor deze rollen is waarschijnlijk bij de Oempa Loempas uit Charlie & the Chocolate Factory gehaald, maar efficiënt is het wel. Terug naar het verhaal, dat in eerste instantie wordt verteld door de oudere Rapunzel. Zij vertelt en wij zien hoe haar moeder tijdens haar zwangerschap verslaafd raakte aan rapunzelrapen, en na de bevalling ziek wordt. Hoe haar vader haar weggeeft aan een heks, in de hoop dat de rapen die hij ervoor krijgt, zijn vrouw van de dood redden. Tevergeefs. De heks weet door het kind er zelf weer mooi uit te zien, en sluit haar op in de bekende toren van het sprookje. Aan het hof is de koning oud, en een beetje de weg tijd. Tijd voor de kroonprins om te gaan trouwen en de troon over te nemen, maar hij heeft daar helemaal geen zin in. Zijn zus wel, maar de koningin wijst op de regels: het moet een man zijn. Uiteindelijk gaat de kroonprins toch op pad, niet veel later gevolgd door zijn zus. Het zal allemaal leiden tot een ontknoping bij de toren. Zal Rapunzel door haar ware liefde kunnen worden bevrijd?

Dat dit verhaal je ruim tweeëneenhalf uur in het theater houdt, maakt wel duidelijk dat er een hoop zijpaden worden bewandeld. Soms zijn het leuke opvullers, dansnummers van het ensemble bijvoorbeeld, soms overbodige, en een enkele keer zelfs zeer vervelend. Het idee om ook de paarden van de koninklijke nazaten een rol te geven, en hiermee na de lange zit van de eerste akte ook nog eens de tweede te openen is daar een voorbeeld van. Pas na dit hinderlijke intermezzo kan de voorstelling eindelijk zijn vaart en verhaal krijgen.

Andere momenten waarop je van schaamte diep in je stoel zou willen wegzakken zijn de ongelofelijk platte ‘grappen’ die worden gemaakt. “Rapen doen het gat gapen” als aanprijzing van de groente voor een zwangere vrouw, “Trek mij maar af” als de koning in zijn rolstoel van het podium afgereden wil worden, of zoenen die bij het hoofd beginnen maar steeds lager moeten.

Zoals in de introductie wordt gesteld zijn het vooral de vrouwelijke hoofdrollen die de voorstelling redden. Sandrine Van Handenhoven is prachtig als de heks, een rol waarin ze haar vocale kwaliteiten volop kan tonen. De titelrol van Helle Vanderheyden lijkt in de eerste akte minimaal te zijn, maar in de tweede akte wordt dat helemaal goedgemaakt. De chemie met Jasmine Jaspers (prinses Miranda) is duidelijk aanwezig, en componist Ad van Dijk heeft voor hen een aantal songs geschreven waarin ze volop kunnen schitteren.

Laurenz Hoorelbeeke heeft wederom een vooral komische rol als prins Christiaan, een rol die hij goed speelt. Dat hij een nummer toebedeeld heeft gekregen rond de twijfel over zijn geaardheid is hem niet aan te rekenen: het past meer bij het thema ‘teveel’ dan dat het daadwerkelijk iets toevoegt. Liv van Aelst en Walter Baele zorgen als koningspaar vooral voor het comic relief: niet altijd subtiel, zoals eerder benoemd, maar veelal ook wel geslaagd. De piepjes die de koning maakt als zijn rolstoel achteruit gaat, en vooral het moment als hij het een keer niet doet, in de stress, en de kinderen in de zaal het van hem overnemen, waarop hij weer reageert, is leuk. Tegelijkertijd is het ook een teken dat het jeugdige publiek houdt van interactie, die deze voorstelling verder nauwelijks kent.

Rapunzel kent een mooi en creatief decor (weer eens Joris van Veldhoven), mooie liedjes en een aantal fraaie vertolkingen van rollen, maar laten we hopen dat de opvolger meer in de lijn van de voorgangers ligt dan van deze. Daarvoor wordt hier de plank te vaak misgeslagen.

Scenefoto’s: Steven Hendrix

26 March 2023
Première
Antwerpen
Stadsschouwburg
https://deepbridge.be/

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen