Recensie

The Who’s Tommy

Terwijl kabinet Balkenende terug wil naar de jaren '50, komen er dit jaar allemaal rockmusicals uit die zich juist afzette tegen de waarden en normen van die tijd. Dit is volgens mij geen toeval.

‘Go To The Mirror!’
De show wordt razendsnel en op een filmische manier verteld door regisseur/choreograaf Daniel Stewart. Hij zet als een impressionist theatrale beelden neer (veel wordt door beelden duidelijk gemaakt i.p.v. tekst) en laat het aan het publiek over om zelf de gaten in te vullen.
Het decor is abstract, het lichtontwerp verlichtend en zoals hierboven aangegeven wordt er veel gebruik gemaakt van schitterende projecties. Net als bij “Passion” is er geen kans om tussendoor te klappen, omdat het stuk zo meeslepend is geregisseerd. Deze ontwikkeling kan ik alleen maar toejuichen. Applaudiseren tussendoor haalt je als participant uit het stuk. Het verhaal begint tijdens WO II en eindigt ergens begin jaren ‘60. Deze tijdsverstrijking hoor je niet terug in de muziek, want dat blijft rock, maar wordt uitgebeeld via de choreografie en de kostuums.

Tommy Can You Hear Me?
De geluidsversterking was een ramp tijdens de premiere. Er was geen goeie balans tussen de band en de zang, vaak stonden microfoons gewoon niet open en op een van Tommy’s hoogtepunten (“Sensation”) was Jon Conver helemaal niet versterkt. Ook op de momenten dat de jonge en volwassen Tommy simultaan zingen over hun eenzaamheid, waren beide acteurs niet goed uitversterkt wat deze emotionele scenes totaal te niet deden.
Tegen het eind van het stuk, als Tommy de status van rockster heeft bereikt, is het geluid helemaal oorverdovend hard. Producenten zouden meer op het talent van hun spelers moeten vertrouwen, die kunnen de nodige adrenaline echt wel overbrengen.

‘Miracle Cure’
Jon Conver is een veelbelovende Tommy en heeft alles in zich om een “sensation” te zijn. Hij moet zich ook nog wat meer gaan thuis voelen in de choreografie, die momenteel nog niet energiek en overtuigend genoeg wordt overgebracht.
Conver komt over als een Mick Jagger voor dit millennium in zijn strakke witte kostuum. Zijn Tommy is het enige pure karakter en gedurende het hele stuk,gedeeltelijk of geheel, in wit gekleed. Naast een Jagger-figuur maakt dit hem ook een soort van Jezusfiguur, die zich opoffert voor de zonden van zijn omgeving. Tommy wordt ook een superster en ondergaat een wedergeboorte (“I’m Free”).
De overige energieke castleden zijn in felle kleuren gehuld als contrast. Alleen aan het eind is de gehele cast in het wit gekleed. Tommy heeft zichzelf gevonden, afstand genomen van zijn roem en de mensen die hem mishandelt hebben in zijn leven vergeven. Dit is een geweldige catharsis die als een lopend vuur door de zaal gaat en mensen applaudiserend op de been brengt.

Terwijl kabinet Balkenende terug wil naar de jaren ‘50, komen er dit jaar allemaal rockmusicals uit die zich juist afzette tegen de waarden en normen van die tijd. Dit is volgens mij geen toeval. “Hair”, “Jesus Christ Superstar” en “Tommy” zijn binnenkort allemaal te zien in de Nederlandse theaters. Ik hoop echter dat het hier niet bij blijft, maar dat er ook nieuwe musicals zullen worden gemaakt die een kritische blik werpen op onze huidige maatschappij, met muziek van deze tijd. Zoals toneelschrijver Tony Kushner schrijft, aan het eind van zijn meesterwerk “Angels in America”: “The world only spins forward…The time has come…The Great Work Begins.”

26 January 2005
N.v.t.
Breda
Chassé Theater
Officiele website

Jon Conver, Tommy, The Who, Pinball Wizard, Pete Townsend, Rockmusical