In de tourversie van de musical Kruimeltje wordt de rol van kruidenier Wilkes vertolkt door Roel Vankerckhoven, en de rol van Vader Keijzer door Timo Bakker. De één (wordt) een steun en toeverlaat voor Kruimeltje, de ander moet niets van hem hebben. Musicalworld sprak met de twee acteurs en zag vervolgens de voorstelling.
Kunnen jullie vertellen hoe jullie de karakters beleven die jullie spelen?
Timo: Vader Keijzer is de weeshuisvader in het stuk. Het is een vrij strenge meneer, die houdt van Rust, reinheid en regelmaat (wat hij ook zingt). Hij wil een heel strenge opvoeding geven, en als het niet precies gaat zoals hij wil, ramt hij er hard op los. (lacht gemeen). Ik stel me voor dat hij hetzelfde heeft meegemaakt als Kruimeltje. Dat hij hardhandig is opgevoed en die lijn voortzet. En dat hij niet goed weet wat hij aanmoet met kinderen die niet in de lijn van zijn opvoeding willen lopen, zoals het straatkind Kruimeltje.
Roel: Wilkes is een beginnend kruidenier is met een eigen zaak. Dat gaat redelijk, maar ook niet super. Op een bepaald moment vindt hij Kruimeltje ’s avonds op zijn stoepje en hij ligt daar bijna dood te vriezen. Eigenlijk wil hij dat kind niet meenemen, wil hij niets te maken hebben mat dat kind. Maar na een discussie met God neemt hij het toch mee, maar voor één nacht. Maar Kruimeltje kruist elke keer zijn leven, en blijkt belangrijk te worden omdat hij een medaillon heeft met een foto van Harry Volker, en dat was zijn beste vriend.
Hij is een jonge ondernemer, maar ook heel zelfstandig en een beetje een kluizenaar. Hij wil niet heel veel met de rest van de wereld te maken hebben; dat is tenminste mijn idee.
Wat is het leukst/interessants/moeilijkst aan de rol om te spelen?
Timo: Dat bij vader Keijzer zolang het gaat zoals hij wil dat het gaat, dan gaat het lekker. Als het niet gaat krijgt hij een soort tic in zijn hoofd, die hij niet onder controle wil gaan houden. Wat hij daarmee doet als het naar een hoogtepunt toe loopt, dat is wel een interessante lijn om op te zetten.
Roel: Bij mij is dat de grens zoeken tussen het vaderlijke dat hij voor Kruimeltje ontwikkelt. (Ik ben zelf geen vader, dat is al interessant)en de vriendschap met Kruimeltje. De relatie met Kruimeltje balanceert de hele tijd tussen Friendship en Parenting. Dat vind ik er heel erg interessant aan, en moeilijk. Dat kan ook de ene avond iets meer doorslaan naar de ene en dan weer iets meer naar de andere kant. Dat hangt vaak ook weer van de vertolker van Kruimeltje af. Dat het zes Kruimeltjes zijn, houdt het ook fris en zorgt ervoor dat elke voorstelling weer anders is, want elke kind legt zijn eigen accenten. Dus moet je ook weer anders reageren, en kom je weer bij die balans uit.
Timo: Dat is ook het leukst, om dat in het moment te laten gebeuren. Juist doordat de Kruimeltjes verschillen reageer je op de situatie van het moment. Dat is nooit hetzelfde. Af en toe merk je dat je niet meer bezig bent met dat er publiek zit of nadenkt over de rol, maar er gewoon in schiet. Dat speelt het lekkerst, dat je impulsief reageert op je tegenspeler. En die kinderen zijn dan net weer wat onverwachter dan technisch volwassen spelers.
Wij hebben alle twee bijna alleen maar scènes met kinderen, dus je moet heel erg opletten.
Roel: Dat maakt het wel heel erg leuk.
Wilkes is in mijn beleving een stuk ouder dan je zelf bent. Ben je daar bewust mee bezig om bijvoorbeeld ouder over te komen?
Roel: Nee. Eigenlijk is het zo dat hij de beste vriend is van Harry Volker en dat is Hein Gerrits. Hein is 31, ik ben 34. Wilkes is niet echt een hele oude man. Vorig jaar, met Jeroen Phaff als Wilkes, was dat meer. Er zat toen een beetje een disbalans in die vriendschap; er zat zo’n 10 jaar tussen Erik Bouwman die toen de vader speelde en Jeroen Phaff die Wilkes was. Dat is nu meer gelijk getrokken. Ik zie Wilkes meer als midden dertiger, wat ik ook ben.
Je voorganger heeft kenmerken van een mede-acteur gebruikt voor de invulling van de rol van Vader Keijzer. Heb jij ook bepaalde inspiratiebronnen?
Timo: Ik heb niet echt een heel specifieke inspiratiebron. Je gaat nadenken over wat jou ongemakkelijk lijkt in de opvoeding. Je plukt dan bijvoorbeeld dingen uit films, waar jij ongemakkelijk van wordt. Ik wil iets ongemakkelijks aan de rol geven; in ieder geval dat het publiek zich er ongemakkelijk bij gaat voelen. Dat die man zo naar is, en je daardoor natuurlijk heel erg met Kruimeltje meegaat. Daar gaat het stuk natuurlijk over. Dat hij continu tegenslagen heeft, maar zo positief is dat hij zich er elke keer weer met goed resultaat uitworstelt.
Heb je veel ruimte gekregen om de rol die Marcel Jonker oorspronkelijk speelde opnieuw in te vullen?
Timo: Er moest heel snel gerepeteerd worden, dus de mise-en-scène wordt gezet zoals het oorspronkelijk was. Vervolgens hebben we wel gekeken wat mijn fysiek is en mijn manier van spelen, en hoe ik die rol op mijn manier zou kunnen invullen. Marcel is toevallig een tijdje geleden komen kijken en hij zie dat ook. “Je doet dezelfde mise-en-scène, maar je speelt hem toch heel anders.” Dus je hebt wel die vrijheid; je neemt je eigen persoon mee. Je zoekt je eigen motivatie in waarom hij die dingen doet.
Jij speelde Wilkes vorig jaar ook al als understudy. Is jouw invulling van de rol nog veranderd?
Roel: Ja, in de twee weken repeteren heeft Caroline Frerichs, de regisseur, toch wel duidelijk gemaakt dat ze de voorstelling een tandje lichter wilde dan vorig jaar. De schrappingen in het script ondersteunen dat ook. De commissaris is een zwaar personage, dat uit het script is. En Wilkes is een lichter personage dan vorig jaar. Minder nors. Dat is fijn; daarmee kan ik dichter bij mezelf blijven, want ik ben ook lichter als mens. Ik hoef dus niet, wat ik vorig jaar wel had, moeite te doen om een bepaalde zwaarte op te zoeken.
Timo: Het fijne van dat je weer opnieuw aan de voorstelling kunt werken is dat je het nog duidelijker op Kruimeltje kunt toespitsen. Alles wat eruit is zijn randzaken die wel interessant zijn, maar niet specifiek voor Kruimeltje, en niet noodzakelijk. Je wil eigenlijk steeds Kruimeltje volgen in dat leven; het is beter en compacter geworden.
Ook op het podium zal het compacter zijn geworden. Het podium van de Goudse Schouwburg (waar het interview plaatsvindt) past minstens vier keer op dat van Theater de Efteling. Hoe is dat opgelost?
Roel: We zijn met een iets kleinere cast, en het decor is ietsje smaller. Maar eigenlijk is dat fijner. Want ondanks het feit dat we met minder zijn, geeft het toch een voller gevoel. Het podium van Theater de Efteling is heel erg breed en geeft meer spreiding op het toneel. Dit geeft een meer stads gevoel, vind ik, ondanks dat we met minder zijn.
Timo: Je zit er wat dichter op, zodat je er wat meer ingetrokken wordt.
Merk je verschil in de reacties van het publiek tussen Kruimeltje als tour, en Kruimeltje die in de Efteling stond?
Roel:Het publiek is net zo enthousiast als in de Efteling, maar bij elke voorstelling zit natuurlijk een ander publiek en dat betekent altijd een iets andere reactie. Een duet tussen Wilkes en de vader is eruit, omdat het in het Kruimeltje-verhaal niet per se nodig was. Een prachtig nummer, maar op het moment van het zingen voel je dat de kinderen niet begrijpen wat dat nummer hier doet. Volwassen begrijpen dat uitstapje wel, maar het is een familievoorstelling dus je moet ze allebei bij je blijven houden. Dat hebben we bij de tourvoorstelling aangepast.
Je hebt Annie gedaan, met vooral meisjes, en nu Kruimeltje, met vooral jongens. Zit daar nog een verschil in?
Timo:De productie weet de kindergroep goed te scheiden van de volwassenengroep, dus buiten het toneel merk ik niet zo veel verschil. In Annie had ik op het toneel met de kinderen niet zo veel te maken. Nu is het contact heel leuk. Achter de schermen weten ze dat ik een normale man ben. En op het toneel gaan ze lekker mee. Ik moest Marcel opvolgen, en tijdens de repetities hoorde ik sommige kinderen zeggen: “Als hij maar wel net zo eng is.” Toen deden we de repetities en was het “Ja. Hij is wel net zo eng”. Toen was ik geaccepteerd.
Je hebt een specifiek stemgeluid, herkenbaar als je je hoort praten. Is dat een voor- of een nadeel bij het doen van auditie?
Timo: Ik ben ook nog eens groot van postuur, dus ik krijg wel eens te horen dat ik te uitgesproken ben om in het ensemble te spelen. En ook weer niet precies het goede type om de rol te spelen. Maar ik blijk wel makkelijk mensen te kunnen vervangen. Ik kom bij van den Ende bijvoorbeeld in de understudy en ensemble hoek terecht, omdat ik leuk kan meebewegen in het geheel, en ook heel makkelijk een oudere man kan vervangen. Dus dat is wel positief. En bij dit soort rollen is het een voordeel. Qua koorzang ben ik ook wel bruikbaar voor de baslijnen. Ik kan me wel redelijk mengen. Het hangt er toch net maar af wat ze nodig hebben. Ik ben 12 jaar aan het werk en heb redelijk constant kunnen doorwerken, met af en toe een gat tussen twee producties in. Dus ik mag niet klagen.
Wat doet een Vlaamse kruidenier in Nederland?
Roel: Dat weet ik niet. In een havenstad stranden allerlei mensen uit de hele wereld, dus hij had wat dat betreft evengoed Portugees kunnen zijn.
Wat ik als Roel Vankerckhoven in Nederland doe: ik heb aan het Fontys Conservatorium in Tilburg gestudeerd en ben sindsdien hier gebleven. Ik heb even een uitstapje naar Duitsland gemaakt, daar Mamma Mia! gedaan en weer teruggekomen. Ik heb eigenlijk sinds ik afgestudeerd ben nooit echt in België gewerkt. Het is organisch zo verlopen; ik woon al vijf jaar in Amsterdam en dat is eigenlijk mijn thuis.
Je hebt dus niet de behoefte om in je vaderland te laten zien wat je kan. Door mee te doen naar de zoektocht naar het liefje van Domino bijvoorbeeld?
Roel: Nee, althans niet om die reden. Ik voel me in Amsterdam meer thuis dan in Antwerpen. Uiteraard is het leuk om in Vlaanderen te spelen als er een leuke rol voorbij komt, maar er gebeurt überhaupt niet zo heel veel in Vlaanderen. En een televisiezoektocht laat ik sowieso liever aan me voorbij gaan. Ik doe dit vak omdat ik graag op het toneel sta. Ik kom niet graag op tv, en ik doe ook niet graag auditie, dus een auditie op tv is niet echt een optie voor mij.
Bij het zien van de voorstelling kan Musicalworld niet anders dan beamen wat Timo en Roel zeiden. Deze voorstelling is veel sterker dan de productie die in de Efteling stond. Er is meer vaart, er wordt nog steeds goed gespeeld door de cast, en de twee belangrijke momenten in het verhaal, de brand en de aanrijding, van Kruimeltje, die in de eerdere productie afgeraffeld werden, lijken meer ruimte te hebben gekregen. De kinderen spelen uitstekend; Kruimeltje heeft een uitstekend gevoel voor timing, en Spijker is uitstekend in zijn body-language als hij voor zijn gevoel zijn beste vriend verraadt. Een voorstelling die van ‘best aardig’ is geüpgrade naar ‘best goed’, ondanks dat de score ervan (nog steeds) niet heel erg sterk is.