Interview

In gesprek met de cast van Das Phantom der Oper

Musicalworld sprak met het overgrote deel van de Nederlanders in de cast van Das Phantom der Oper, nu te zien in Theater Neue Flora in Hamburg.

De cast van ‘Das Phantom der Oper’ in Hamburg is zeer internationaal, maar een aanzienlijk deel bestaat uit Nederlanders. Veelal in het ensemble, maar ze spelen soms ook de belangrijke hoofd- en bijrollen. Zo spelen er twee Nederlandse actrices de rol van Christine, Lauri Brons als alternate en Michelle van de Ven als understudy en is Oedo Kuipers regelmatig te zien als Raoul. Guido Gottenbos is eerste bezetting Monsieur André, en Marcel Jonker wisselt de rollen van Joseph Buquet en Don Attilio af. Tenslotte kun je Linda Veenhuizen regelmatig zien in haar coverrol van Madame Giry.

Musicalworld sprak met hen voor de voorstelling. Oedo Kuipers is er deze dag niet bij. De aanwezigheid van Michelle van de Ven was wel een verrassing; we namen aan dat ze een week eerder was gestopt, maar ‚“Ik was thuis, en toen werd ik gebeld of ik weer terug kon komen. Deze week zijn er alweer drie gepland.‘‘ Deze avondvoorstelling speelt Lauri Christine, en is Michelle stand-by. Normaal is er een stand-by Christine in het ensemble, maar die is op dit moment ziek.

Michelle en Lauri zijn ruim voor het afgesproken uur aanwezig. “Dat hebben we van de Duitsers geleerd. Punktlich, het is allemaal wat strakker geregeld dan in Nederland, maar dat werkt hier vooral in ons voordeel, qua secondaire omstandigheden. Maar als je je ziek meldt moet dat echt door de dokter bevestigd worden bijvoorbeeld, en de eerste keer had ik dat helemaal niet door en lag ik met griep op bed. Ze zijn wel strikt, maar ook heel vriendelijk. Je wordt wel een beetje op een voetstuk gezet. Ik denk dat dat komt omdat de musical in Duitsland voortkomt uit de opera-cultuur, en dat die rechten van de opera-artiest nog een beetje gelden.”
Inmiddels schuiven (nog steeds keurig op tijd) ook Guido Gottenbos en Marcel Jonker aan. Ook Linda Veenhuizen, die oorspronkelijk een andere verplichting had en dus niet werd verwacht, sluit aan.
Marcel spreekt ook vol lof over het theater en de theaterleiding. “Waar in de wereld je ook vandaan komt, ze vangen je goed op bij het zoeken van een woning, helpen je met verzekeringen, met banken, alles eigenlijk. Ze zijn echt blij dat je hier naartoe bent gekomen.
We hebben een heel internationale cast. Mensen komen uit Amerika, Japan, Italië, Mexico, Australië, we hebben Canadezen gehad. Dat maakt de onderlinge communicatie ook in een soort mengeling van alle talen. Wat het apart maakt is dat wij Nederlanders al die Engelsen en Duitsers en ook de Fransen grotendeels verstaan, maar zij ons niet. Daar kunnen we natuurlijk misbruik van maken. Al moeten we wel uitkijken voor die ene Amerikaan die in België woont en het wel verstaat.”

Natuurlijk willen we weten hoe deze Nederlanders in de Hamburgse Phantom zijn beland.
Lauri: Ik deed mijn Masterjaar Muziektheater in Tilburg en had eigenlijk nog weinig audities gedaan. Toen kwam deze voorbij, en dacht: ik ga dat proberen. En kreeg de alternate positie voor Christine. De afstand is niet een drempel geweest: ik kom oorspronkelijk van Texel en dan is Tilburg al een wereldreis. Ik wilde sowieso naar Duitsland om daar verder te studeren en me daar te ontwikkelen, en toen kwam dit op mijn pad. Op de dag dat ik mijn diploma kreeg werd ik gebeld dat ik de rol had gekregen.
Michelle: Eigenlijk doe ik alles een beetje anders. Ik werd twee dagen voor de final audities gebeld met de mededeling dat ze twee Christines hadden gevonden, maar nog een derde zochten. Wil je komen? Dat was allemaal heel last minute. Ik heb eerst een volwaardig jaar gedaan, en toen ben ik gestopt. En nu heb ik een bonus en vlieg ik heen en weer. Het is een beetje een gipsy life, waarvan ik niet had verwacht dat ik het leuk zou vinden. Hamburg voelt wel een soort van thuis, je stapt er in en het is net alsof je niet weg bent geweest.
Guido vertrok met Elisabeth mee naar Duitsland: Ik ben nooit meer in Nederland teruggekomen om te werken. Behalve Jesus Christ Superstar dan even. Het is fijn hier. Je gaat natuurlijk waar je kansen liggen, en die lagen hier en in Wenen. Ik heb nog een jaar in Londen gezeten om me verder te ontwikkelen en te studeren. Het is ideaal om dichtbij vrienden en familie te zijn, maar soms zijn de werkkansen ergens anders, zoals in dit hele mooie (theater)huis in Hamburg.
Linda: Ik zat bij Michelle in de klas, dus muziektheater in Tilburg. Wel audities gedaan in mijn laatste jaar, ook in Nederland, maar werd het telkens net niet. Daarna één keer auditie gedaan in Duitsland en daar wilden ze me wel hebben. Hiervoor heb ik 3 jaar Tanz der Vampire gedaan.
Marcel was na jaren in Nederland gestaan te hebben, ineens weg: Het is precies wat Guido zegt: Je moet gaan waar het werk gaat. Het laatste grote wat ik in Nederland heb gedaan was The Producers,  wat volledig onverwacht over de kop ging. Daarna was er helemaal nier zoveel werk, want er ging meer kapot. Toen zou ik een voorstelling gaan doen die op het laatste moment niet doorging. Daar was ik chagrijnig van, en toen zijn mijn agent. “Als je nu op de trein stapt kun je overmorgen in Duitsland auditie doen voor Phantom.” Ik ben toen uit een soort baldadigheid naar Keulen gereden, compleet onvoorbereid een liedje gezongen en twee dagen later ben ik gebeld. Toen dacht ik, wie A zegt moet ook B zeggen. En het is tot nu toe wel bevallen.
In mijn beleving kun je geen Nederlandse jeugd-tv aanzetten of je hoort de stem van Marcel Jonker voorbijkomen. Ligt dat nu stil? Als je kinderen in die leeftijd hebt en je hebt een hekel aan mij, heb je echt een K#T-leven. Ik heb de mazzel dat een aantal grote opdrachtgevers zoals SDI en Marvel me op en neer laten vliegen. Op de vrije maandag stap ik op het vliegtuig en duik ik daarna de studio in, Ze plannen al mijn dingen op één dag Dan zit ik zes uur in de studio, doe ik videogames, bioskoopfilms, series,  van alles en de volgende dag vlieg ik terug, Gisteren onder andere Spiderman, the Avengers, Rio, de Pinguïns, dat doe ik zo’n twee keer per maand, en ik ben heel dankbaar dat de studio’s die moeite voor mij doen.

Hoe stap je in een stuk dat zo enorm bekend is als The Phantom of the Opera?
Lauri: Die is denk niet heel anders dan bij een nieuw stuk, anders dan dat je wel een beeld hebt van hoe het er uit gaat zien. De inhoud zelf blijft ontdekken, soms ontdek je na voorstelling 60 weer iets anders. Dat blijft gewoon.
Michelle en Lauri spelen dezelfde rol. Overleggen jullie over de interpretatie ervan?
Michelle: Ja, maar je merkt dat je dingen vanuit jezelf ook wel weer anders interpreteert. Dingen die ik heel prettig vind, vind jij minder prettig. Je neemt jezelf mee. Lauri: En het is elke keer ook weer anders. De ene dag ben ik super blij, en dan is de rol ook wat meer blij, de andere dag ben ik wat meer verdrietig en dan neem ik ook dat mee. We zijn ook twee heel verschillende persoonlijkheden, dus geen een voorstelling is hetzelfde. Dat maakt het juist omdat de voorstelling al zo vaak is gespeeld juist weer spannend; kan ik daar nog iets aan toevoegen.
Michelle: De dynamiek per voorstelling kan ook zo verschillen, afhankelijk van welke Phantom je tegenover je hebt staan, of welke Raoul. Dat bepaalt dan ook weer hoe de energie voor onze rol verdeeld is, waar de spannings- en emotiepunten liggen. Zelfs weke dirigent er staat. Guido Welke kleedster er staat. (red: nadat de eerste hilariteit over is}. Jij bent het materiaal, maar verder is iedereen belangrijk…. Allen Het geluid….. Het publiek….. Marcel Het is een verschil of ze net uit hun werk komen, of dat er al een borrel in zit.

Lees verder op de volgende pagina.

13 April 2015
Reguliere voorstelling
Hamburg
Theater Neue Flora
Lauri Brons, Michelle van de Ven, Guido Gottenbos, Marcel Jonker, Linda Veenhuizen, Das Phantom der Oper, interview, Hamburg

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen