Recensie

Liefde: charmante romcom-musical.

Met “Liefde — je moet er in geloven anders wordt het niets” hebben de tweedejaars studenten een fraaie musicalbewerking gemaakt van Alles is Liefde en Love Actually.

De tweedejaars van de Frank Sanders’Akademie krijgen ieder jaar de opdracht om als eindvoorstelling een bekend stuk (toneel, film) te bewerken. De lichting van dit jaar heeft gekozen voor de films Alles is Liefde, en Love Actually, stukken waarin er niet echt één hoofdrolspeler is, zodat ieder een min of meer even groot aandeel in de voorstelling kan krijgen, zo vertelden Marie-Louise Nelemans en Wesley de Ridder eerder aan Musicalworld.

Love Actually en Alles is liefde: het zijn natuurlijk razendpopulaire films geweest, en als je ze hebt gezien, zal veel wat er in deze voorstelling gebeurt bekend zijn of bekend voorkomen. Het raden uit welke film iets komt kan een leuke bijkomstigheid zijn tijdens het kijken, evenals de manier waarop originele filmscènes naar deze nieuwe setting zijn omgezet. Wie de films nooit zag kan deze avond deze schade inhalen en genieten van soms komische,en vaak heel herkenbare situaties. En daar horen natuurlijk ook een paar echte emo-momenten bij.

In “Liefde — je moet er in geloven anders wordt het niets” is de plaats van handeling een nog te openen wintersporthotel in Lech. Voor de opening is Valentijn, prins der Nederlanden, gestrikt. Kiki werkt aan de balie van het hotel, en valt vrijwel onmiddellijk in de smaak bij de prins.
De oudere zus van Jasmijn is gast in het hotel. Zij gaat trouwen met Viktor. Jasmijn is er erg druk mee; Viktor heeft andere dingen aan zijn hoofd. Zijn hobby Live Action Role Playing bijvoorbeeld, maar vooral het feit dat zijn vrouw heel veel familie en vrienden heeft, en hij niet steekt hem. Hij mist het zusje dat hij kwijt raakte toen zij gescheiden werden bij het plaatsen in pleeggezinnen.
Ted is een derderangs entertainer, en heeft een baan gekregen in het hotel. Echter, zo blijkt, niet als performer, maar als schoonmaker. Hij heeft een verkeerde functie aangeklikt bij zijn sollicitatie. Voor zijn vrouw Simone is deze gelegenheid er even uit zijn, wat Ted beweegt deze blunder voor haar te verzwijgen, en zijn trots opzij te zetten. Een situatie die natuurlijk niet lang verborgen kan blijven, en nog extra druk legt op hun relatie die aan sleur ten onder dreigen te gaan.
Dan zijn er ook nog de broers Daniël en Chris, Twee broers die uit elkaar zijn gegroeid, en door hun terminale moeder samen op vakantie zijn gestuurd om de band weer hecht te maken. Daniël is een oud-studiegenoot van prins Valentijn, en stug; hij ziet niets in het plan, en heeft een heel negatief familiebeeld. De wat zweverige homo Chris hoopt wel op een goede afloop, maar de skivakantie lijkt ondanks al zijn meditatie en zoektocht naar rust het tegendeel te veroorzaken. Zoals het in romantische komedies hoort gaat het hen allen niet over rozen, barst het van misverstanden, herkenbare emoties, gewone en bizarre situaties. 

“Liefde — je moet er in geloven anders wordt het niets” heeft een soort van inleiding, eindigend met de titel van de voorstelling. Door deze met zaallicht aan te spelen lijkt deze een beetje zijn effect te missen. Misschien letten we ook nog te veel op het opbouwen van het decor, dat ze tegelijkertijd doen. Een aantal karren worden met rode koffers gevuld en dienen zo als decorstuk. Rood is de toverkleur; want alles is rood. Ook de twee andere stukken decor, een stoel en de balie, die op diverse manieren gebruikt wordt.
Als de voorstelling begint raken we al snel in het verhaal. Vooral het gebruik van het decor is meesterlijk: in een razend tempo wordt de locatie verwisseld door het verrijden of verplaatsen van 1 of 2 decorstukken, vaak nog eens schijnbaar terloops door een speler die het toneel verlaat
De vertaling van film naar musical en van Kerst/Sinterklaas naar deze hotelvakantie is is erg goed gelukt. Al is het dragen van een kofferkostuum aan de receptie wel wat vreemd, die van Zwarte Piet naar LARP-kostuum (bos-trol of zo?) past prima in het verhaal. Ook de songkeuze is uitstekend. Uit onbekende musicals als Working, Trails, Violet en Wonderland zijn heerlijke nummers gekozen die prachtig in de voorstelling passen. The cat and the moon uit Lord of the Rings is een heerlijke pauzefinale, zich afspelend tijdens de LARP. Een omzetkraker volgens het principe uit Miss Kaandorp, “Hoe vrolijker de pauzefinale, hoe hoger de baromzet.” Ook de finale van de tweede akte mag er, zij het op een andere manier, zijn; een prachtige afsluiter met een voor de een verwachte, en voor de ander onverwachte momenten.

Dat ze een prachtige voorstelling gemaakt hebben mag duidelijk zijn; maar ze zijn niet alleen makers, maar ook uitvoerders. De meeste rollen geven genoeg ruimte om wat te kunnen laten zien, en dat doen ze over het geheel genomen goed. Natuurlijk kan niet elke noot, zin of actie even overtuigend bij deze mensen die nog volop in opleiding zijn.
Joey Ferre is schitterend als de worstelende volkszanger. Zijn toon is precies goed, en hij speelt erg geloofwaardig. Zijn vrouw Simone, gespeeld door Marie-Louise Nelemans maakt zingend indruk, en zet eveneens een zeer overtuigende rol neer. De broers Chris (Ruben Kuppens) en Daniël (Sander Vissers) zijn vooral in hun onderlinge conflicten sterk; mooie botsende karakters, waarbij het jammer blijft dat in het stuk toch vaag blijft wat er nu echt aan de hand is geweest, al komt er genoeg zeer naar boven.
Victor (Koen van Eerdenburg) is vooral als LARP-fan ongelofelijk schattig en speelt de (sorry LARP-fans) fantasieonzin met verve. Jasmijn (Sanne Potters) zorgt met een hartverscheurende solo voor kippenvel.
Valentijn (Wesley de Ridder) mag als prins natuurlijk lekker wuiven, en zijn verstoorde blik als studievriend Daniël zijn speech onderbreekt, is om in te lijsten. Ook zijn man in tight-momenten zijn sterk. En ondanks dat we in het begin hebben gezegd dat alle rollen gelijkwaardig waren, Kiki steelt toch de show.  Anouk Snel zingt fantastisch, en haalt alles uit de geweldige rol die Carice van Houten ooit in Alles is Liefde speelde. En dan is er nog Joni van Rossum, die als de sullige oom Rudie achter de piano het achttal uitstekend begeleidt, en zelfs een soort van meedoet met de LARP.

“Liefde — je moet er in geloven anders wordt het niets” is een uitstekende bewerking van eerder genoemde films. Hoewel tegen het einde misschien iets meer tijd genomen had kunnen worden om alle verhaallijnen hun moment te gunnen; vooral de ontwikkeling bij de broers komt nogal plotseling.. Wie de films al meermaals zag moet naar deze “live on stage” versie; wie eens andere musicalsongs wil horen dan de standaardnummers ook. En wie de mensen van de toekomst nu al wil zien. En wie gewoon een leuk avondje uit wil zijn. Eigenlijk is er voor iedereen wel een reden om te gaan kijken.

26 May 2010
Première
Amsterdam
Fijnhout theater
http://www.franksandersakademie.nl
liefde, alles is liefde, love actually, wesley de ridder, marie-louise neleman, joey ferre, koen van eerdenburg, ruben kuppens, sander vissers, sanne potters, anouk snel, frank sanders akademie, fsa, 2e jaars, fijnhout theater, amsterdam, eindvoorst

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen