Interview

Musicalworld in gesprek met Peter Stassen

Na een opleiding aan het Brabants conservatorium kreeg het grote publiek voor het eerst van Peter Stassen te horen in de 3 Musketiers als swing, James en understudy Richelieu. In Duitsland debuteerde hij in Tanz der Vampire, waar hij onder andere als professor Abrosius en Koukol te zien was. In zijn vaderland België speelde hij vervolgens de prins in de Kleine Zeemeermin. Daarna werd het wederom Stuttgart: Na keizer Franz Joseph in Elisabeth is hij nu de koning Ludwig XIII in de 3 Musketiere. Ook is hij weer understudy van kardinaal Richelieu; een rol die hij twee dagen na dit interview in Stuttgart voor het eerst zal vertolken.

Waarom Stuttgart?
Dit is de derde voorstelling die ik hier speel. En elke keer als mijn ouders dat horen zeggen ze “Waarom Stuttgart?”. Mijn vriendin speelt eerste cast Sophie hier in Mamma Mia en dat speelt natuurlijk mee. Afgezien daarvan vind ik het huis hier heel erg leuk. De company manager hier is een bijzonder hartelijke vrouw; contractbesprekingen gaan hier met koffie en koek en niet hard tegen hard. In Nederland en België waren deze soms echt horror; dan ben je uiteindelijk heel blij als het iets oplevert. Hier word je goed betaald, is de omgang heel vriendelijk, en appreciëren ze wat je doet. Ze zorgen dat je goed voorbereid op het podium staat en dat is heel belangrijk. Dit is overigens niet typisch Duits; vrienden die contractbesprekingen in onder andere Oberhausen hebben gehad hebben daar andere ervaringen opgedaan.

En dan nu wederom in de 3 Musketiers
Als ik Rotterdam met Stuttgart moet vergelijken is het een verschil van dag en nacht. Qua decor herken je niets meer, behalve de boot, het paard en de hondjes. Er is nu duidelijk voor één stijl gekozen, een beetje Anton Pieck-achtig en die is in het hele stuk doorgetrokken.
Daarnaast vind ik dat de karakters vrij goed zijn uitgediept, hoewel ik wel moet zeggen dat de rol van de koning die ik speel wel als onzichtbaar omschreven mag worden. Ik probeer er zo veel mogelijk kleuren in te gooien als ik kan, maar als je zes scènes hebt als koning en ze willen daar acht kleuren in zien, dan wordt dat heftig om te spelen. Je moet er ook voor 150 % staan, want als je even afgeleid bent gelooft het publiek niet meer wat je doet, omdat je maar zes zinnen tekst hebt.
Deze productie heeft een heel goede, passende cast. In Nederland merkte je echt dat je vijf sterren had die allemaal hun aandacht nodig hadden. Hier bestaan de 3 musketiers uit één blok, waarbij Athos nog wel een solo lied heeft, maar verder opereren ze echt als eenheid. Ethan Freeman vind ik echt geweldig. Ik moet echt heel krachtig spelen en zelfs dan kom je daar als koning niet echt tegenop. Die man heeft zo’n krachtige, autoritaire uitstraling die als Richelieu ontzettend goed werkt. Pia Douwes is een droom op het toneel, perfect in wat ze doet en heeft haar rol zelf gecreëerd.
Ten opzichte van Nederland is er trouwens in de rolindeling ook wat veranderd. Toen was het Conferencier in combinatie met koning, en nu is dat conferencier en James geworden. Rochefort is nu een aparte rol, terwijl deze in Nederland met kamerheer James werd gecombineerd.
Ik heb in Nederland het geluk gehad om Richelieu te spelen en dat vond ik zo’n uitdaging om te doen. Juist omdat je understudy bent van Stanley Burleson. Je staat dan in de openingsscène met je rug naar het publiek en je voelt ze dan ook denken: ’t is niet Stanley. Die mensen moet je dan toch overtuigen van het feit dat je iets in je mars hebt. Voor zo’n uitdaging leef je! .
Nu is het waarschijnlijk zo dat ik nu zondag hier mijn première als Richelieu in Duitsland heb en dat is een verhaal op zich. Ik heb het in Nederland veertig a vijftig keer gespeeld. Je komt dan op de bühne, je hoort dan de muziek en je denkt: “Oh heer” en de hele tekst die er na komt. Dat is natuurlijk in dit geval niet goed. Eigenlijk moet je de hele Nederlandstalige versie die je in je hoofd hebt zitten eruit gooien en alles van de Duitse Richelieu er weer in stoppen. Nu is daar door omstandigheden heel weinig tijd voor geweest. Waar er normaal vier weken voor staat, zodat je er rustig aan kunt werken, moest dat nu allemaal in één week gebeuren. Dat was behoorlijk stampen. Ik heb natuurlijk de rol wel gespeeld en ken dus wel het karakter van het personage, maar de Duitse tekst is een ander verhaal, en je moet er natuurlijk ook voor zorgen dat je Duits zingt.
Nu is de angst dat ik in het Nederlands zal gaan zingen wel weg, maar zeker in het begin van de repetitieperiode was het een soort automatisme. Ik heb dat ook bij Tanz der Vampire gehad, na de 300e voorstelling. Dat mijn hoofd het even niet meer wist en ik een soort black-out had, maar je lichaam het toch weer automatisch de tekst uitspreekt. Ik heb nu intensief gewerkt met Christoph, de abendspielleiter, en veel contact gehad met regisseur Paul Eenens dus het komt helemaal goed.
Was het oorspronkelijk niet de bedoeling dat je vorige week al zou opgaan
Onze eerste cast Rochefort is voor lange tijd uitgeschakeld, dus de cover Rochefort moet die rol voor lange tijd coveren. Dat betekent dat hij dat niet kan doen voor andere rollen. De cover voor mijn rol moet de cover van Rochefort weer coveren en kan zodoende mijn rol niet spelen. Ik kan dus Richelieu niet spelen omdat de enige cover die voor mijn rol klaar is al een andere rol moet spelen. Kortom erg ingewikkeld. Zondag dreigt dat probleem ook nog steeds, omdat er bij de mannen al vijf zieken zijn. Als je zo intensief werkt en speelt is je weerstand minder en ben je gevoeliger voor griep en verkoudheid.
Bij mij zijn het slechts chronische wallen onder de ogen; die gaan dus helaas nooit meer weg. Met ’s avonds shows spelen en overdag aan Richelieu werken maak ik toch zo’n 60 tot 70 uur in de week. Echt ontspannen slapen is er niet meer bij; je droomt gewoon van Richelieu en alle dingen die fout kunnen gaan, maar dat hoort erbij.

Tanz der Vampire zou niet passend zijn voor Nederland. Jij hebt er in gespeeld. Wat is jouw oordeel de geschiktheid van deze show voor Nederland of België
Ik kan me herinneren dat Joop van den Ende het stuk zelf gewoon niet zo leuk vindt, maar of dat nog steeds zo is weet ik niet, ik denk dat het een heel groot succes zou kunnen worden als je het met een goede cast in bijvoorbeeld Scheveningen zou zetten. Er hangt hier een gigantische hype omheen. Als wij na de voorstelling naar buiten gingen moest je er rekening mee houden dat je een kwartier nodig had om naar je auto te komen om alle fans in alle mogelijke klederdrachten wat aandacht te geven. Er waren er bij die hun hoektanden hadden laten bijvijlen als een vampier. Anderen hadden kostuums aan die mooier waren dan de kostuums die ik op het toneel droeg. Ik heb daar de kostuumman wel eens gekscherend op gewezen. Ook in Berlijn loopt de show alweer als een trein.
Dat het in Amerika niet goed gedaan heeft heeft in mijn ogen meer te maken met een oververzadiging dankzij alle vampierfilms die in de jaren negentig zijn gemaakt. Bovendien heeft de regisseur daar (omdat Polanski de VS niet in mocht moest een ander het daar regisseren) er een show van gemaakt waarvan ik beelden heb gezien waarbij ik dacht: dit heeft niets meer met onze show te maken. Waarom zou je een goedlopend concept veranderen. In het begin van het stuk gaat Sarah op het kerkhof paddenstoelen plukken. Dat is toch krankzinnig.
De versie van Wenen, Stuttgart, Hamburg en Berlijn zou in Nederland in mijn ogen weldegelijk goed kunnen lopen!

Ik kan mij nog wel herinneren dat Joop naar Tanz der Vampire kwam kijken. Na het nummer Ewigkeit gaan we door het publiek af en hebben we op vijf een schrikmoment. De jongen voor mij had Joop te pakken. Je wilt niet weten hoe het gezicht van Joop er op dat moment uitzag. Ik zag dat en dacht: “Ben ik blij dat ik hier sta en niet daar.”
Joop heeft indertijd altijd gezegd dat hij wil dat de mythe op het toneel blijft en niet door de zaal komt. Maar bij de 3 Musketiers komen de spelers ook door de zaal, al is er dan geen interactie met het publiek. Misschien dat dat dan net het verschil maakt.

N.v.t.
Stuttgart
Apollo Theater
Officiële website
3 musketiers, pia douwes, joop van den ende

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen