Recensie

Notre Dame de Paris: een muzikaal plaatjeboek

Notre Dame de Paris is een typisch Franse musical. Veel aandacht voor acrobatiek en uiterlijk vertoon, waarbij het duidelijk vertellen van een verhaal op het tweede plan komt. Inclusief reportage Musicalworld.TV.

Wie ooit megaproducties als ‘Le Roi Soleil’ of ‘Cléopatre’ in Frankrijk zag zal met verbazing hebben zitten kijken. Dit is heel anders dan ons type musical. Overal op het podium gebeurt wat, overal is wat te zien, maar wie er aan het zingen is, en wat er nou aan relevante actie op het podium gebeurt is nogal eens onduidelijk. Het is genieten van de beelden, de liedjes, maar in het verhaal word je niet gezogen. Deze Notre Dame de Paris is een voorstelling in dezelfde Latijnse traditie,Weliswaar niet zo grootschalig als in Frankrijk, met als voordeel dat de focus hier wel op de hoofdpersoon van de scène gericht blijft.

De Klokkenluider van de Notre Dame, geschreven door Victor Hugo, is, mede door de Disneytekenfilm, nog steeds een bekend verhaal. Toch zitten er nogal wat verschillen tussen de Disneybewerking, en deze musical. Er wordt in deze show ruimschoots de tijd genomen om de karakters voor te stellen: de dichter Gringoire, het hoofd van de verschoppelingen van de stad Clopin, aartsbisschop Frollo, kapitein van de wacht Phoebus, en de zigeunerin Esmeralda hebben allemaal een eigen lied. Later komen dan ook nog Fleur-de-Lys de vrouw van Phoebus en natuurlijk Quasimodo ten tonele. Deze gebochelde geniet van die ene dag, dat hij de koning der dwazen mag zijn.
Esmeralda blijkt als een magneet op de mannen te werken. Quasimodo, Phoebus en Frollo voelen zich tot haar aangetrokken, wat zeker voor de man van de kerk nogal ongepast is. Quasimodo, opgevangen en grootgebracht door Frollo, heeft het gevoel zijn leven aan de aartsbisschop te danken. Als de geestelijke daarom vraagt, probeert Quasimodo Esmeralda te ontvoeren. Het gaat mis, en Quasimodo wordt gearresteerd en gemarteld. Ondertussen is dichter Gringoire in de geheime Hof der Wonderen beland; als binnendringer wordt hij ter dood veroordeeld, tenzij hij trouwt met een insider. Esmeralda biedt zich aan; als echtgenote, maar niet als geliefde.
De liefde heeft zij gereserveerd voor Phoebus, maar als deze bijna concreet wordt gemaakt steekt Frollo daar in al zijn jaloezie een stokje voor…
De dreigende sfeer zal zelfs de mensen die het verhaal totaal niet kennen wel doen vermoeden dat dit stuk zeker niet voor iedereen goed zal aflopen, en de vraag is eerder of het dodental binnen de hoofdkarakters hoger of lager zal uitvallen dan in Les Miserables, van dezelfde schrijver.

Visueel is de voorstelling heel bijzonder. Het decor oogt simpel. Een hoge wand op de achtergrond, met pilaren aan de zijkant, maar door het maken van gaten in de achterwand worden fraaie effecten gecreëerd. Er is een keuze gemaakt voor het artistieke, met gemengd resultaat. Scheve tralies bij het gevang geven een mooi plaatje, maar de rijdende zuilen in enige scènes komen dan weer juist wat geforceerd over. Ook een moment aan het eind van de voorstelling, waarbij een lijk in het spotlicht wordt gesleept is onbedoeld lachwekkend.
Het gebruik van moderne attributen als oliedrums (met vuur), dranghekken, pallets en een hijskraan heeft een wisselend effect van fraai tot een beetje storend anachronisme. De grime is, wederom in Latijnse traditie, nogal overdadig, en helpt zeker niet mee om met de karakters mee te leven. De choreografie, dans in combinatie met de acrobatiek, is indrukwekkend. Een ensemble van topdansers en acrobaten maken deze show tot een plaatje. Vooral in de massa-scènes, maar ook als ze bijvoorbeeld de klokken van de kathedraal verbeelden.

De vertaling van Allard Blom is over het geheel genomen aanvaardbaar. Toch zitten er duidelijke zwaktes in; rijmelarijen op een moment dat iemand de dood in de ogen ziet zorgen onbedoeld voor een lachje, terwijl sommige klemtonen in liederen voor verwarring en lichte irritatie zorgen. ‘Assie?’ Het duurt even dat het hier om asiel gaat. Ook Esmeralda krijgt gezongen een rare klemtoon mee.

Typisch bij de Franse megaproducties is ook de dunne lijn tussen de musicals en de hitparade.  Sommige musicalsterren zijn ook popsterren; en liedjes uit musicals zijn gigantische hits. Zo gek is het dus niet dat voor deze musical twee mensen uit het Vlaamse popcircuit werden aangetrokken. Gene Thomas en Sandrine brengen het er uitstekend vanaf als Quasimodo en Esmeralda. Leken we bij Sandrine tijdens Bohemienne nog wat zenuwen in de stem te horen; ze zijn snel verdwenen, en uit niets blijkt dat deze vertolking van Esmeralda haar eerste musicalrol is. Het nummer ‘Leef’ werd al gezongen door Celine Dion (‘Live for the one I love’) en Sandrine’s versie doet daar niet voor onder. De rauwheid in de stem die hoort bij Quasimodo weet Gene Thomas goed te pakken, en qua beweging blijft hij goed in zijn rol als gebochelde.
Ook de rest van de cast is uitstekend. Dennis ten Vergert heeft als de dichter Gringoire weinig te acteren, maar bewijst dat hij vocaal tot de top van Nederland behoort. Vooral zijn aanzet bij de afsluiting van de show is fenomenaal. Kleinere rollen zijn er voor de eveneens prachtig zingende Jorien Zeevaart als voor Clayton Peroti. Tim Driesen speelde vooral in Engeland, en laat nu ook hier zien en vooral horen waarom hij in een land met zoveel concurrentie kan overleven; hij zingt fantastisch, en hoewel zijn onschuldige uiterlijk zeker niet mee heeft voor de rol van de strenge kapitein van de wacht, weet hij zeker te overtuigen.
De beste slechterik van Vlaanderen is waarschijnlijk Wim van den Driessche; dat bewees hij al in ‘Je Negeert de Waarheid’ en ‘Les Miserables’. Met Frollo kan deze productie daar zeker aan worden toegevoegd. Het is, na de teaser in ‘Belle’ even wachten tot hij ook vocaal los kan gaan, maar dan is het ook meteen genieten.

De muziek van de voorstelling is van Riccardo Cocciante. Ooit stond hij in deze regio in de hitparade met ‘Sincerita’ en jaren later nog eens met ‘Se stiamo insieme’, maar veel van onze artiesten hebben nummers van hem bewerkt. ‘Voorbij’ van Paul de Leeuw, of ‘Margherita’ van Marco Borsato zijn maar enkele voorbeelden. Ze geven een goede indruk van het soort muziek dat je ook in Notre Dame de Paris kunt verwachten, vooral waar het de ballads betreft. Er zitten er veel van in deze show. Toch zijn vooral de opzwepende uptempo stukken, mede ook door de visuele aankleding, de hoogtepunten van de show.

Notre Dame de Paris is een streling voor oog en oor, maar als vertelling minder geslaagd. Zonder programmaboek met de beschrijving of goede kennis van het verhaal is zeker niet altijd duidelijk wat er precies gebeurt. En de personages komen niet tot leven; van enige betrokkenheid met hun lot is geen sprake. Desondanks maken de prachtige acrobatiek en dans, de heerlijke songs en de uitstekende uitvoering het voor de musicalliefhebber zeker de moeite waard te gaan. Ook omdat een Latijnse musical als deze maar zelden in ons taalgebied wordt opgevoerd.

04 April 2010
Première
Antwerpen
Stadsschouwburg Antwerpen
http://www.musicalvanvlaanderen.be
sandrine, gene thomas, musical van vlaanderen, wim van den driessche, tim driesen, dennis ter vergert, antwerpen, musical, notre dame de paris, quasimodo, esmeralda, frollo, gringoire, clayton peroti, sasha rosen, jorien zeevaart

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen