Interview

In gesprek met Thomas van Goethem

Aanstaande zaterdag gaat in Antwerpen de musical [b]Doornroosje[/b] van MusicHall in première. [b]Thomas van Goethem[/b] speelt daarin de droomprins. Musicalworld sprak met deze acteur/zanger/presentator.

Thomas van Goethem is in Vlaanderen, zeker voor jongeren, een bekend gezicht. Hij speelde belangrijke rollen in de televisieserie ‘De vijfde boog’, de Disney Channel-serie ‘ON TOUR’ en vertolkte de hoofdrol in ‘BOOH!’. Hij is zanger van de Ketnet-band en maakt onder meer reportages voor VTM KZOOM en Bobbejaanland. Zijn karakteristieke stem is ook veel terug te horen in verschillende nasynchronisaties van zowel films als reeksen. Onder meer in televisieseries als bijvoorbeeld ‘Wickie’ (in Wickie de Viking) en ‘Willie’ (in Maya de Bij) en ook rollen in films als bijvoorbeeld ‘Marcel Lubbermans’  in “Harry Potter”.  Op het podium is hij nu onder meer te zien in “Fawlty Towers” en “De Heksen” van Uitgezonderd Theater producties.
Zijn (podium) carrière begon Thomas met grote musicals. Als kleine jongen deed hij zijn eerste ervaring op in de musical “Pinokkio” (STUDIO 100), waarna producties als “Suske en Wiske — De Spokenjagers” (als spookje), “Doornroosje” (als Jonathan) en “Kuifje — De Zonnetempel” (als Zorrino) volgden. Na 14 jaar keert hij weer terug naar de grote podia, in de MusicHall-versie van de kindermusical “Doornroosje”, die in Nederland door Van Hoorne Theaterproducties werd ontwikkeld.

Een week voor aanvang van de voorstellingen sprak Musicalworld met hem tijdens de lunch-break.

Je bent nu halverwege de repetitie. Hoe gaat het?
Voor mij is het spannend. Ik heb mij de afgelopen jaren vooral toegespitst op tv en theater waardoor mijn passie voor musical even heeft moeten wijken. Het is lang geleden dat ik mij weer aan het “musical-genre” heb gewaagd maar moet zeggen dat momenteel enkel de dans weer even wennen is voor me. Dansen is goed nadenken en in een repetitiezaal als de onze waar alles volledig is afgesloten lijkt het soms of alle zuurstof wegtrekt waardoor helder nadenken extra moeilijk wordt. Wazig. Maar het gaat wel goed. Vanmiddag doen we al een volledige eerste doorloop.

Dit is de eerste musical die je speelt sinds lange tijd. Wat betekent musical voor jou?
Voor mij is het teruggaan naar de basis. Ik was negen jaar toen ik begon met de musical “Pinokkio” bij Studio 100. Musical is voor mij een fascinerend genre, het combineren van de drie disciplines dans, zang en spel maakt het voor mij één van de meest intensieve theatervormen. Na een aantal jaren musical te hebben gedaan ben ik me meer gaan toeleggen op acteren, een verhaal vertellen van A tot Z en mensen aan het lachen brengen of ontroeren blijft tenslotte mijn grootste passie. Daar komt ook bij dat de musical scène in Vlaanderen al helemaal niet groot is en we in Vlaanderen met een overload aan getalenteerde en opgeleide mensen zitten. Ik voel me dus niet “musicalacteur” genoeg om hun plaats in één van de weinige producties hier te komen inpikken.

Maar dat doe je nu wel?
Klopt, met de hele simpele reden dat het totaalconcept van “Doornroosje” ontwikkeld is voor de doelgroep waarvoor ik al jaren actief het grootste deel van mijn televisiewerk doe. Ik wist dat de nummers zang technisch niet heel moeilijk zouden zijn en het is een voorstelling die reeds gecreëerd is. Mijn taak zou er dus enkel uit bestaan om de rol die mij al dan niet toegewezen zou worden, leuk in te vullen. Laat net dat hetgene zijn wat ik het liefst van al doe en niet onbelangrijk, het geeft me de gelegenheid om toch nog eens deel uit te maken van een musicalproductie. Een welgekomen afwisselingen tussen al de andere lopende opdrachten.

Maar op You Tube kunnen we ook een filmpje terugvinden waar je auditie doet voor Ben X (MusicHall)

Daar heb ik een inschattingsfout gemaakt. Ik was ervan uitgegaan dat de film letterlijk op scene vertaald zou worden. Daarmee dacht ik dat ik een geschikt type zou zijn voor de rol van ‘Ben’. In mijn hoofd had ik niet het idee dat een autist als ‘Ben’ zou zingen maar dat had ik dus mis. Komt daar dan nog eens bij kijken dat ik helemaal niet van audities hou. Een ruimte binnenkomen waar 12 man, waarvan je er slechts drie kent,  met een zuur gezicht voor je zitten bezorgen mij onnodig veel stress.

Helpt je bekendheid om audities te kunnen omzeilen?
Ik wordt voor sommige dingen wel gevraagd, maar “helpen” doet het me niet echt heb ik de indruk. Kijk, ik ben opgevoed door fantastische maar erg kritische ouders, die me gevormd hebben om ook steeds zelfkritisch te zijn. Dat maakt dat ik mij vaak lekkerder in men vel voel als ik een rol bekom door hard te werken. Gevraagd worden voor een rol geeft extra druk naar mijn gevoel want tijdens de repetitie gaan mensen rondom jou ervan uit dat je je rol vanaf seconde één vast hebt terwijl je net als iedereen nog zoekende bent. Het maakt dat je al rapper wat scheef bekeken wordt. Om die reden ben ik ook superfier dat ik op mijn 25 jaar nog steeds kan zeggen dat ik voor elk personage dat ik ooit gespeeld heb evengoed auditie heb moeten doen. Geen vriendjespolitiek voor mij dus… Wat ‘Doornroosje” betreft hebben ik en al mijn collega’s auditie gedaan, waaruit we vervolgens weerhouden zijn. De regisseur weet dus wat hij kan verwachten en kan in mijn geval niet ineens zeggen: “Oei, we wilden een prins met een lage basstem”.

Wat kan iemand die een kaartje koopt voor Doornroosje precies verwachten?
Heel belangrijk: het is een musical voor kinderen van 2 tot 9 jaar. Mensen moeten dus geen tweede “Assepoester” (red: het tamelijk ware verhaal,  de MusicHall-productie die afgelopen kerstperiode te zien was in Antwerpen en Gent) verwachten. Ze moeten komen omdat ze hun kinderen willen entertainen, en dat letterlijk voor een ganse dag. Daarmee bedoel ik : ’s ochtends opstaan, hun kind verkleden, naar het theater gaan, een korte krachtige voorstelling zien en uit je dak gaan door mee te zingen en te dansen, kans maken op een prijs, de acteurs ontmoeten, naar huis gaan en in slaap vallen met het idee dat ze hun kind de meest onvergetelijke dag van hun leven hebben bezorgd. Als ik naar mijn nichtje van vier kijk, weet ik dat ik haar met een voorstelling als “Doornroosje” ontzettend veel plezier kan doen. Als je als ouder/volwassene komt kijken met de hoop te worden weggeblazen door de decorwissels, speciale effecten,… kan ik alvast meegeven dat deze show niet gemaakt is voor het spektakel maar eerder voor een leuke vertelling. De Vlaamse cast heeft geprobeerd meer gelaagde humor aan de voorstelling toe te voegen waardoor ook zeker ouders met een glimlach de zaal zullen verlaten, ‘Titus’ en ‘Fien!, de komische karakters in het stuk bijvoorbeeld, spreken in licht dialect, waardoor er leuke woordspelingen in voorkomen.
Ik hoop ook echt dat dat besef er is, want het Vlaamse publiek is anders dan het Nederlandse. Mijn ervaring bij het spelen in Nederland is namelijk dat een Nederlander ontvankelijk is. “Laat maar komen” denken ze, en binnen tien minuten bepaalt hij/zij of hij/zij erin meegaat. Als dat niet zo is zijn ze er ook gelijk klaar mee. Ik vind dat prettig. Bij Vlamingen moet je rekenen op een half uur alvorens ze die beslissing maken. En dit is een voorstelling die het moet hebben vanaf minuut 1. Een pittige opdracht voor de mensen op het podium dus!

Lees verder>>>>>

28 February 2014
N.v.t.
Antwerpen(BE)
Stadsschouwburg
Doornroosje(MusicHall)
Thomas van Goethem, Doornroosje, interview, musicalhall, sprookjesprins, Ketnet, vtm,

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen