Ik denk dat het inderdaad persoonlijk blijft. En dat je bezig bent je eigen mening over musical te staven met de dramaturgielessen en regielessen. En dat is natuurlijk een beetje de omgekeerde wereld.
Musical raakt jou niet genoeg om er meer in te zien dan amusement. Dus concludeer je dat het een simplistische vorm is. Dat is jouw mening, jouw theorie. Vervolgens probeer je in je lessen die elementen te vinden die jouw theorie steunen. Maar daarmee is het nog niet waar.
Je gaat dan voorbij aan de velen die musical wel als een volwaardige, meerdimensionale theatervorm zien en daar onderzoek naar doen, analyses over schrijven, nieuw werk creƫren. Er zijn boeken volgeschreven over het werk van Sondheim (niet de man zelf, het werk). Er zijn gerenommeerde gezelschappen die musicals uitvoeren. Er zijn wetenschappers en dramaturgen op afgestudeerd.
Ik heb persoonlijk helemaal niets met absurdistisch theater. Ik heb nog nooit een stuk in die stijl gezien dat me raakte of me verder deed nadenken dan: “Ik zal het wel niet begrijpen”. Ik kom geregeld bij dat soort stukken naar buiten met het idee: “Zonde van mijn tijd”. Ik ken echter wel de invloed van dit soort theater op weer andere vormen, ik zie dat er genoeg publiek is dat het wel waardeert en ik zie het dus niet als eendimensionaal. Maar met alle lesboeken in de hand zou het me zeker lukken om er voor te pleiten dat absurdistisch theater eendimensionaal is.
Het blijft wat mij betreft persoonlijk. Ik ben zeker geen fan van het werk van Van Hove en Versweyveld. Ik vind het repeterend, kil, pretentieus en daardoor leeg en voorspelbaar. Maar ik bewonder zeker het vakmanschap van Van Hove als acteursregisseur die het beste in zijn spelers boven weet te krijgen.