Interview

Rebecca: In gesprek met Petra Clauwens

Een van de mrs. Danvers-actrices in de voorstelling Rebecca is Petra Clauwens. Wij spraken na de voorstelling met haar.

Wat sprak je zo aan aan Rebecca? Let op: antwoord vertelt wat over de ontknoping van het stuk
Petra: Dat het zo echt een verhaal is. Je hebt zo veel verschillende musicals; de ene is meer gericht op dans, de ander weer meer gericht op acteren, weer een andere meer gericht op zang. Dat er in deze musical een echt verhaal zit, met meer dan twee personages die je volgt. We hebben hier niet één hoofdpersoon (je herkent een hoofdpersoon aan dat deze een verandering doormaakt), maar drie. Maxim, ich en Danvers maken alle drie een verandering door; je leeft met alle drie min of meer mee. En verder is het verhaal niet zwart-wit. Als je er over nadenkt heeft een man iemand vermoord en komt daar mee weg. En niemand vind dat erg. En aan het eind snapt men ook dat Danvers het huis in brand steekt omdat het huis van haar mrs De Winter zal toebehoren aan een andere. Het is een verhaal waar je naderhand over kunt discussiëren. Dat vind ik mooi; dat het iets teweegbrengt.
En dan de rol van Danvers. Die geobsedeerdheid. Iedereen kent dat beeld wel. Dat een gezin een kind heeft verloren en alles er nog precies zo uit ziet, als het moment waarop ze is gestorven. Zo is mrs. Danvers ook.

Deze versie van Rebecca ziet er behoorlijk anders uit dan de versie uit Wenen.
Petra: Ze hebben ook heel veel veranderd aan het stuk. Ook in de repetitieperiode, maar het is er wel veel mooier op geworden. Tijdens de repetitie was het regelmatig, gaan we deze kant op, of die kant op? Dat proces is voor je rol heel mooi. (lachend:) Alleen voor een swing is het vreselijk. Dan denk je net: “die rol die ken ik, die heb ik opgeschreven, dan kan ik aan de volgende beginnen.” En dan wordt het helemaal omgegooid en kun je dus de eerste rol weer opnieuw opschrijven. Maar dat hoort erbij.

Bij Mary Poppins heb je ook diverse rollen tegelijk gedaan.
Petra: Bij Mary Poppins ben ik geen swing geweest. Ik heb eerst een movers ensembleplek gedaan, met understudy Winnifred. Daarna heb ik understudy miss Andrews erbij gekregen, en een meer dansers ensembleplek. Dus daar is het langzaam veranderd, en eenmaal gewisseld hoefde ik ook niet meer mijn oude plek te doen. Een soort van promotie dus.

Je speelt één keer per maand. Ligt dat vast? En in hoeverre proberen ze in Duitsland zo veel mogelijk de eerste cast op te laten gaan? (Red: de folders bevatten in Duitsland niet de namen van de spelers. Er wordt dus minder met namen geadverteerd dan bij ons).
Petra: Nee, dat ligt niet vast. De ene maand speel ik vaker dan een andere. Ze letten er altijd wel op dat er een groot deel a-cast is. Als ik speel, speel ik vrijwel altijd met een a-cast. Aan de andere kant proberen ze wel zo veel mogelijk ook de understudies te laten spelen. Ik vind dat we hier allemaal goede understudies hebben. Alle Danvers-speelsters vind ik helemaal geweldig. Ik zie bij iedereen weer iets anders waarvan ik denk: dat is wel heel gaaf.

Leen je daar dan ook van?
Petra: Beter goed gestolen dan slecht.. Ja, ik probeer me er wel door te inspireren. Iedere persoon is anders, en iedere persoon zet Danvers ook anders neer. Er is ook geen perfecte manier van een rol neerzetten, en dat vind ik ook mooi aan theater. Die ruimte zit natuurlijk niet in de beweging, anders sta je ineens uit het licht, maar wel in de manier waarop je dingen zegt en doet. Ook daar staan wel weer zaken vast, omdat anders je tegenspeler er niet goed op kan reageren. Die ruimte is ook mooi. Als je elke keer precies weet op welk moment je tegenspeler op welke manier naar je kijkt, raak je daar zo aan gewend. Met die kleine veranderingen worden je reacties meer authentiek.

En dan de indrukwekkende trapscene op het einde. Hoe gaat dat qua veiligheid in z’n werk? Let op: antwoord vertelt wat over de ontknoping van het stuk
Petra: Ik heb een paar steekwoorden die heel belangrijk zijn. Die zijn in de mise-en-scène gezet en de mensen aan de knopjes reageren precies op die woorden, en dan gaat de vlammen aan. Als dan alles in lichter laaie staat en de trap niet meer zichtbaar is, moet ik dan snel naar beneden rennen, terwijl de vlammen nog langzaam uit gaan. Ik heb namelijk nog een verkleding. Sommige stukken van de trap zijn echt heel heet, dus ik weet welke ik moet overslaan.

Zijn er nog rollen waarvan je denkt. Als die toch eens op mijn pad zouden komen…
Petra: Dat heb ik ooit gedacht. Er was nog een andere droomrol waarvan ik dacht: “Als ze me die rol toch zouden aanbieden….” En toen het gebeurde, zei ik nee. Je kunt in dit vak niets plannen. Op het moment zelf moet je altijd kijken waar je dan staat, waar je mee bezig bent. Het verhuizen. Je kunt niet zomaar alles doen. Hoe mooi het ook is, er zijn ook andere dingen waar je rekening mee moet houden.

Wat moet een rol hebben om jou aan te spreken
Petra: Ik merk dat het wel de vrouwen zijn, niet de meisjes-achtige rollen waar ik voor in aanmerking kom . Het zijn meer de wijven. Een Ich-rol is niet echt voor me weggelegd. Ik ben niet klein en heb een andere stem. Aan de andere kant was Winnifred Banks ook geen wijf, en dat vond ik ook heel leuk. Maar een slechterik als miss Andrews, daar kun je zo veel mee doen.
21 June 2012
Reguliere voorstelling
Stuttgart
Palladium Theater
petra clauwens, rebecca, mary poppins, mrs. danvers

Over de auteur

Jeroen schreef dit artikel voor jou

Jeroen

Jeroen is sinds 2005 redacteur van Musicalworld. Hoewel Jeroen al jong in aanraking kwam met theater, is zijn passie voor musical pas deze eeuw tot volle bloei gekomen. Hij was zeer onder de indruk van de eerste voorstelling van Cats, en de Nederlandse versie van Oliver uit 1999, op basis van de film al een van zijn favorieten, was de eerste voorstelling die hij meermaals zag. Toch waren deze bezoeken eerder sporadisch dan frequent. Sinds hij redacteur is van Musicalworld bezoekt hij meer dan 100 voorstellingen per jaar. Jeroen is de Musicalworld-specialist op het gebied van familievoorstellingen en kindervoorstellingen. Hij is tevens de correspondent voor Vlaanderen. Ook in Duitsland en Engeland (Londen) is hij regelmatig te vinden. Hij doet ook verslag van amateurvoorstellingen die voor neutrale toeschouwers de moeite waard zijn. Tot zijn favoriete musicals behoren naast Oliver! meer musicals met kinderen in de hoofdrol. "Billy Elliot" is zijn all-time favorite, maar daarnaast moeten zeker "Whistle down the Wind", "Matilda" en "The Secret Garden" worden genoemd. Daarnaast zijn Chicago, Come from Away, Spamalot en Soho Cinders voorstelling met een ongelofelijke aantrekkingskracht. Hoogtepunten in het jukebox-genre: Our House, Ich war noch niemals in New York en Ich Will Spass? (en voorganger Doe Maar). Favoriete Nederlandse producties zijn: Ganesha (een Perfecte God), Lelies, Wat zien ik? en Kuifje. Naast het bezoeken van musicals is hij een frequent bezoeker van attractieparken. Favoriete park in Europa is Europa Park (met een uitgebreid entertainment programma). Naast deze tijdverslindende hobby is Jeroen ook nog werkzaam in de ICT.

Meer van Jeroen

Meer artikelen van Jeroen

Delen